ik overwinter in smart
soms weet ik niet meer
waar naar toe met mijn gevoel
neig naar een waanzin
van het duister dat mij omhult
mijn ziel duikt dan in,
in de oneindigheid
en ik overwinter in smart
leg mijn wonden in zachte dons
zwanenwit en ravenzwart
ontvlucht ik de wereld
van deze naar een andere
*********************
sunset 01-04-2018
vanuit mijn voel
vanuit mijn voel
schraap ik woorden
voor poëtische teksten
hoe verstandelijk
is mijn hart
in haar omwegen
naar buiten wandelend
kringelend, slepend
in een niemandsland
een weggevoel
en de liefde
als magneet van
een fijnstofafzuiger
met in het harteoog
standvastig dat beeld
omgedraaid in tijd
het meisje met parel
van Vermeer
met jouw, mijn
melkachtige blik
als achter glas
vanuit mijn voel
schep ik de woorden
van simpele liefde
*********************
sunset 01-04-2018
nog vind ik niet de woorden
als bladgoud ontbotten
tere blaadjes
aan breekbare twijgjes
een zachte wind
zingt over nieuw-groene weiden
warm straalt de lucht
in vroege zonnestralen
de nog verweesde velden
hunkeren hun groei
en ergens hoor je al een zwaluw
nog vind ik niet de woorden
om beeldend te beschrijven
hoe lente nu ontwaakt
om fleurig bont te blijven
*********************
sunset 02-04-2018
vandaag
als tussendoor,
een banale tevredenheid
fascinerend als de zon
die mij warm bevloeit
geef ik mij feestelijk
ver aan gevoel
deze vorm van zijn
is als lenterig geluk
laat mij leven
in dit simpel woordje:
vandaag
*********************
sunset 02-04-2018
in gene eerste nacht
in gene eerste nacht
ontlook jouw naaktheid
en wij verdronken
in zeeën liefdeslust
zweefden door werelden
uitbarstend in heldere regenboogkleuren
vielen uiteindelijk uitgeput
in onszelf terug
ik likte slagroom
van heet-warme dijen
*********************
sunset 03-04-2018
zeven prikkelende zintuigen
in trage vleugelslag van windvang
op iets onbestendigs wachten
rustig stilliggen in 't zwijgen
in 't blikveld het woud, groen
jouw stem verliest zich in de mijne
wanneer wij het hemelblauw ademen
letten zwaluwen op ons
als zijn wij tekens in een landschap
de wormen eten uit onze hand
waar wij weiden een knoop aannaaien
bosuien bezingen
tot regen uit je haar druppelt
iemand zo te missen, jou
dat zelfs stilte wordt omarmd
ik de wereld doldwaas zoen
met zeven prikkelende zintuigen
*********************
sunset 03-04-2018
ik lig in bed
ik lig in bed
’t is vroeg, warm. Alleen
en jij bent in de keuken
wakker, een krant, de schemering
jij niest
eenmaal tweemaal driemaal viermaal
en ik tel mee tot in de stilte
glazig, tijdloos, thuis
ik lig in bed
duik uit de nacht in ’t kopje koffie
zwem in de ochtend
een reis, loomheid, geluk
*********************
sunset 04-04-2018
het zwijgen van de maan
ik slijp messen
verkort tafelpoten
verlijm stoelen
verzamel hout
slecht stenen
begraaf afval
pel de takken
jij plukt bloemen
verzamelt zaden
snijdt gras
kookt eten
plukt de wol
droogt aarde
wast af
tekent punten
telt hagedissen
en dan,
dan gaan wij samen naar bed
als over alles het duister zich legt
het zwijgen van de maan
maakt doof
*********************
sunset 04-04-2018
de hemel onder mij is groen
achter mijn ogen groeien varens
- de hemel onder mij is groen -
uit mijn schouders ontbotten twijgen
vingers vertakken zich van blad naar blad
graag wil ik hier wortelen
een heel klein boompje tussen grote bomen
een weinig ruisen een weinig luisteren
genietend zich aan d’ andere wrijven
en zien hoe zon heel in de vroegte
zich teder door haar schaduw ademt
*********************
sunset 05-04-2018
elk leven had zich opgelost (uit: gisteren)
dit bijna naakt stuk hout op dit verlaten strand
kan niet met een in haar beweging versteende slang
verwisseld worden; de kaakachtige spreiding aan het ene einde
is geen tandeloze opengesperde muil
hier en daar zijn bruin gevlekte resten bast gebleven
over het verder blank gespoeld lijf
en in vertwijging van twee afgescheurde takken
nestelt, alsof bijna vergeten, een platte grijze steen
en aan het boveneinde van de licht geworden massa
een aantal schelpen die zijn meegenomen op zijn weg
om nu, als waren het gewrichten van ontbrekende ledematen,
als deel van het geheel, hier rust te vinden
ik heb heel steels geroken aan mijn vondst
omdat ‘k wou weten of na al die jaren
- ontlokt door warme adem aan het bruine hout -.
een vleugje geur van zee en wier en zout
nog steeds aanwezig is gebleven
edoch, er viel niets meer te ruiken
elk leven dat er was had zich reeds opgelost
*********************
sunset 05-04-2018
steile paden kolder (uit: gisteren)
steile paden kolder
het zweten
geen verassing
stap naar stap
richting de top
de hommels
overweldigen klaver
krekels tjirpen
en aan struiken
knabbelen geiten
het ruikt naar bosbessen
als ik een pauze inlas
hoog over het dal
kijk naar de bergen
die in de hemel reiken
dreunend valt water
donderend over de rotsen
de boomgrens voorbij
ligt de aarde ruw en bloot
zonder enige bescherming
een vogelballet
omzwermt sneeuwwitte benen
en een hete zon
brandt de hoofden leeg;
kaal mijn rode kop
in een meer van zweet
*********************
sunset 06-04-2018
lente
lente is een waterlelie
die bloembogen ontplooit
zonverliefd naar hemel rijkt
een met vliegen bedekt wortelnet
en in mijn handen
muffe rest voor de composthoop
lente is het geuren van bloemen
jonge meisjes met wippende lokken
en afdrukken van lijven in gemaaid gras
het wachten op aardbeien
maar ook, elk verlangen in kinderstemmen
het ouder worden op een bijrijdersplaats
streeplijntjes regen op voorruiten
en altijd weer onze verhalen
als echo’s uit ons gisteren-leven
zonder ooit een einde
*********************
sunset 06-04-2018
ogen, kelken voor kleuren
in melancholie van
het nog niet helemaal
vallen bloesems mij toe
ook elke stondenslag
werpt het heden
in de stilte
in haar worden
mijn ogen kelken
voor kleuren
nog vertroebelt
mijn blik
niet
*********************
sunset 07-04-2018
tederheden in mijn hand
in ‘t vroege vogellachen
druppelen zonnestralen
eerste dagen lente
hemel spant zich
blauw over de velden
op wandelpaden vallen
tederheden in mijn hand
en helder klaar bevloeit een beek
de frisse groene weiden
*********************
sunset 08-04-2018
ik kan ’t niet schilderen, schrijven
jouw haar
een zacht gekleurde wolk
in zonsondergang
vleit zich om ‘t hoofd
als schaduw om de zuilen
uit vroegere historie
verspreidt jouw lijf een geur
van mirte en sinaasappelen
er dringt niets door
in diepte van jouw ogen
dan ‘t spel van duizend spiegels
dat steels mij naar beneden lokt:
jouw schoot gevuld met heerlijkheden
aanbidding laat mij zwijgen
*********************
sunset 08-04-2018
achter dit borstbeen
pompt driehonderd gram
vijf liter per minuut
en zes keer meer
wanneer wij ons lieven
jij mij lieft
*********************
sunset 09-04-2018
waarin ik mij herken
herkennen doe ik mij
in alle kleuren vreugde
maar ook in diepe treurigheid
in spiegels van
een nooit verloren gisteren,
daarin herken ik mij
maar werkelijk zien
doe ‘k mij alleen toch maar
in jou
*********************
sunset 09-04-2018
een simpele wens (voor al mijn kinderen)
jou houd ik altijd
dicht bij mij aan ‘t hart
zoals in het verleden
steeds jouw hand
en ‘k wens mij dat
jou vleugels groeien
waarmee jij vrijelijk
vliegen kunt
al hoop ik wel
dat jij je wortels, mij,
nimmer vergeet
*********************
sunset 10-04-2018
ik sta voor vele poorten van hemelen
altijd schuldig en arm
moet ik blijven wachten
met natte slierten haar
kleine kopermuntjes in mijn hand
zo sta ik
bevend voor het licht
kersenhoutkleurige de boog
waarmee ik over de snaren van jouw wimpers strijk
wanneer jij honingkleurige tranen weent
in plaats van berouw te zingen
lieven wij ons voor de ogen van engelen
lieven ons
op de drempel van de tuin Eden
[nog steeds veel te ver weg
van ons
mijn liefste]
*********************
sunset 10-04-2018
ik voel mij zo licht
ik schemer goud
tegen het duister in mij
zwel op
door een leegte binnen in
zuchten laten mij opstijgen in luchten
en zelfs de blik
die aan wimpers hangen blijft
weegt meer dan ik
het is mij eender
of het de hemel is, de zee of de wolken
die mij strelen
of het schuim dat vliegt
ik voel mij zo licht
dat ik bijna droom ben
die niets anders wil
dan in de andere eindigen
*********************
sunset 11-04-2018
een wereld vol van liefde
die jongen die in stilte leeft
ben ik niet, wil ik niet zijn
- zijn mocht ik ook niet -
iemand anders wandelt om het huis
en nog een andere
zaagt de tafel in stukken
tuigt de boom op
danst
heerlijke spijzen zweven
naar een mond die driemaal beeft
en spreek ik over hen
herdenk ‘k in stilte ons
wij zitten, eten in de lucht
mijn broers, zussen en ik
- van dat wat spiegelt
kregen wij nooit genoeg
nu is de wereld gevuld met liefde
en ik ben er ook in
in elke tedere zoen, elke zachte blik
in elke vreemde kus
*********************
sunset 11-04-2018
tot ik terug kom
[soms weet ik zelf niet dat ik bid]
grauwe wolken in de ochtend
verlangzamen dit gedicht
het wordt maar traag dag
[alles van deze zoon
is al decennia opgeborgen]
al tasten schaduwen de bodem af
en komen paarden, bokkig dansend
naar het hek
uitgeregende lege terrassen
een radio monddood
en ik zing een weemoedige blues
vanuit mijn treurend hart
laat mij zijn wie ik ben
mij worden zoals ik was
zodat ik wachten kan
tot ik terug kom met hen
die ik ooit verliet
*********************
sunset 12-04-2018
dood was nog nimmer een garantie
misschien schreeuwt enkel hij
die zegt wat anderen niet horen (willen)
of zijn zij allemaal echt stapelgek
en geven het niet toe
het kan ook zijn dat zij rechts en links verwarren
boven en onder, ja zelfs voor en achter
en dat de ene veel bereikt zonder te plannen
terwijl de andere er ziek van wordt, al heeft hij ’t beste voor
dood was nog nimmer een garantie
waar moet ik heen
waar, als er inmiddels niets meer is
niets meer
dus moordt en doodt er maar op los
fluister ik wereldleiders toe
voor mij telt zelfs de armste drommel
die er nog over is
*********************
sunset 12-04-2018
lieven is altijd buiten proporties
bind mij los, las ons elkaar
beroof mij van lucht, blaas mij adem in
stoot mij van je af, knevel mij
maar voor alles, scheid mij van jou
stalk mij, vlucht van mij
verlies mij, vind mij
verniel ons, definieer ons
buiten alle proporties is lieven
maak mij tot jouw hemel, tot jouw hel
laat mij verdwijnen, volg mij
haat mij, adoreer mij
pas voor mij op, bescherm mij
ik ben jouw gif, jouw tegengif
verander oorlogsplannen
neem pijl en boog
lieven is altijd buiten proporties
*********************
sunset 13-04-2018
lieven is altijd mateloos
ben therapeut, vernieler
held en beul
verlam en bevloei mij
sluit mij op, en ook uit
maak mij tot jou, word mij
focus en ignoreer mij
isoleer me, separeer
werp mij ver van jou, omhels me
dood me en leef me
mateloos is het lieven
kwel mij met vragen, met jaloersheid
overmeester mij met liefde, zekerheid
klaag mij aan, arresteer mij
verstoot en omsluit mij
beschimp me, verneder me
breek mijn hart en bind mij
lieven is altijd mateloos
*********************
sunset 13-04-2018
een nieuwe huid
's nachts wiegt zich
steen-slijpende zee
in diep liggende lijnen
van mijn handpalm
door de jaren heen
legt de stroming
zenuwen bloot
groeit er nieuwe huid uit zout
’s ochtends nestelen luchtbellen
in wit uitgeslagen poriën
*********************
sunset 14-04-2018
met elke nieuwe zucht
ik beklaag mij niet
over de hartstocht van jouw lijf
die mijn slapeloosheid uitbuit
bevochtig mijn lippen
wanneer ik jou lief
en het woord vlees wordt
streel je met warme adem
en herhaal de weg naar jouw zijn
met elke nieuwe zucht
zo bewoon ik jou onder mij
breng jou met liefde
een warm eerbetoon
betaal graag met huid en haar
*********************
sunset 14-04-2018
door waanzin gedreven: NeroTrump
geen woord meer
van werkelijke diepgang
niets dan enkel
wilde beesten
die aan de over-
levenden knagen
geen Godsengel
die zich nog waagt
naar gene zijde
[plekjes veilige aarde
bestaan niet meer]
geen vrede in het Westen
en slechts vuurstormen in het Oosten
- wat rest er ons
uiteindelijk van de vrede
enkel gedroogd bloed
in warm zand
*********************
sunset 14-04-2018
lente van twijgen
ik hoef niet te doen
alsof dingen praten
zij spreken onophoudelijk
de frasen van natte kinderkopjes
een deurslot dat fluistert
kamerbalken die opera’s zingen
iemand heeft
het wenen van de verwarming
zachter gedraaid
mij een reden gegeven
de weken te vervlechten
met de lente van twijgen
mijn vingers verstrengelen
anekdoten die hangen blijven
in de kern van mijn iris
en met het wisselen van kleuren
gewikkeld in regendraden
verven nieuwe bloesems zich
blaadjes van mijn scheurkalender
kennen altijd slechts
maar één enkele dag
*********************
sunset 15-04-2018
over nacht
bij ‘t veld van wat vergeet-mij-nietjes
blijf ik verwonderend staan
bekijk het stil en voor een tijdje
de nog winter-kale plekken weide
traag kreunend buigt een oude boom
wijl ‘k luister naar zijn stem
die mij zoveel vertellen kan
al klinkt het mij alsof hij lacht
over nacht groeien de lelies
als elk jaar op hun zelfde plaats
het vale grijs kleurt snel naar bont
nu lentezon weer schijnt
*********************
sunset 15-04-2018
ik echter droom over leven
een rumoerige markt
platgetrapt en doorwoeld
verzamelt klinkende munt
de naar boven gerichte blik
open, wijd
zoekt het vrije denken
het kronkelend pad
stoffig en leeg
nodigt uit tot verdwalen
diepliggende grond
moerassig en zwaar
ontvangt treurende zielen
ik echter droom over leven
*********************
sunset 16-04-2018
zich lievend delen
wanneer spiegels
ons een beeld tonen
dat k ben, jij bent
op het wij lijkt
dát wij, dat ’s ochtends
onder daken
en in regenplassen
na een lenteonweer
in duizend kleine
onschijnbare partikels
uiteen valt,
zich lievend deelt
*********************
sunset 16-04-2018
onze tongen vervlochten
heel nabij zijn wij ons
twee mussen in het stof
die met vleugels slaan
een wolk van vuil
de lucht in werpen
en weer vallen laten
jouw hand vangt mij op
met ingetrokken klauwen
[onzichtbaar als vampiers
in spiegels]
snuiven wij geuren op
wordt onze adem hitsig
hoe wij ons lieven
staand op dit tapijt
van natte kinderkopjes;
met onze tongen vervlochten
kennen wij geen pauze
*********************
sunset 17-04-2018
het licht staat op groen
in elke lente
dichten wij ons opnieuw
naar elkaar toegaand
lopen wij weer wegen af
die wij ooit alleen gegaan zijn;
wij rennen
jouw fijne handen
zijn als de halve wereld
en behoedzaam bevochtigen wij
onze monden; vol met bloesems
wiegen wij elkaar
het lijf
jij bent mijn slaap
en van oever tot over
zwemmen wij
scheppen ons kwartieren
en hele steden,
staan ver boven alles
het licht staat op groen
*********************
sunset 17-04-2018
hoe zij zich opent
sluit
om zich heen grijpt
blind
in een eeuwig zacht ritme
een zeester
zich voedend
met verwondering
*********************
sunset 18-04-2018
jij slaat hoofdstukken over
kleeft pagina’s aan elkaar
in onze vertrouwde intimiteit
waar anderen,
die mij lezen willen,
een hakmes gebruiken
om zich een weg te banen
naar mijn verborgen inhoud
*********************
sunset 18-04-2018
en God schiep de mens [vrij naar Genesis]
er was er niets
daar waar ik was
te midden van
hetgeen krioelt
val ik traag,
als sneeuwvlokje,
en staar, staar
steeds verder weg
glijdt nu mijn blik
en ah en oh;
stemmen vanuit hemel
hebben witte tongen
verliezen hun lied
zelfs neuriën lukt hen niet
enkel maar herhalen,
een verbaasd herhalen
en dan …
nadert het mij
als lichaamswarmte
als wondermooi beeld
- eerst zou er geen wij zijn -
in een luttele tijd
van het knipperen van ogen
word jij geboren
stijgen wij op als vogels
en breiden onze vleugels uit
water in elke ademteug
water
uit elk woord
van ons levenslied
*********************
sunset 19-04-2018
en pas daarna
doorwoeld de lakens
door het steeds dieper graven
in wensen begenadigd
in uren van de nacht
vergeten wij onze glazen
deurposten beschermen
tegen angsten van kamerherinneringen:
hoe wij elk jaar opnieuw
in jaargetijden stagneren
tot gras een windharp bespeelt
en wij in lente groeien
lippen bebloed en nek getand
is liefde ’s ochtends nooit over
en pas daarna, heel lang daarna
zie ik kersenbloesems
als maagdelijke sneeuw
langzaam op ons neerdwarrelen
*********************
sunset 19-04-2018
nog zie ik ’s ochtends nevel
dagelijks krui ik het ongezegd weg
naar ondiepten waar het humus is
voor al het geschrevene
kluizenaars kennen veel namen voor God
ook al beperken zij zich tot eenvoudige zoals:
kan, oven, water, brood, wind
in tuinpercelen viel eerst sneeuw en nu de zon
als om middernacht al het gevallene verzameld wordt
en naar de kapel gedragen
nimfen hebben dan reeds lang kloven verlaten
hun afgelegde klederen
dampen over akkers als laatste echo
*********************
sunset 20-04-2018
woorden in waterschrift
reeds jaren schrijf ik
woorden in waterschrift
golf na golf
duizende gedichten
vellen zijn nat geworden
algen mijnleestekens
en gisteren en vandaag
is één enkele dag
stranden zijn zichtbaar
en mijn uitbik: wolken
en condensstrepen
als wegwijzer
naar het onbekende land
ver hierboven
dat heel soms, af en toe
het mijne raakt
*********************
sunset 20-04-2018
ballonnen dragen kleuren weg
daar rust zwaarmoedigheid van de stad
onder judasbomen, verhakkelde schaduwen
sijpelen in het gras en van wat over blijft
zingen mussen op daken
een regen jasmijn waait meisjes weg
over een pad van witte kiezel in de schemer
de apenbomen in eenzaam gezang
ballonnen dragen kleuren weg
tot in het licht, een helder blauw
waar ik de stilte in mijn hand houd
die zich plots verandert in wind
en zwijgend warm, gewichtsloos
zweven ooievaars over het ven
waarin de zon reeds ondergaat
zij laat navlammen achter
op de rand van mijn netvlies
*********************
sunset 21-04-2018
wij zijn
wij zijn!
en ik bekleed jouw lijf
in tover reeds gelegd
vanaf onze geboorte
in mijn hoofd
zoomt hemel
het woud
met als patroon
oplichtende klaprozen
sterren spreken
blauwe vloeken
beheksen de stamboom
van Adam en Eva
en gloed stijgt op
stralend roepen
van jouw lijf
waagt liefdevol
vereniging
*********************
sunset 21-04-2018
terug naar het blauw
[in verlichte vensters
geeuwen reeds jaren
geesten uit mijn jeugd
zij hebben,
zo zeggen zij mij,
deze tijd niet uitgezocht]
dagen eten uit vreemde borden
alsof ik hen enige tijd geleden
daar neergezet heb
en dan simpelweg vergeten
sommige van hen
schommelen in warmte van de zon
terug naar het blauw
met hoog opgetrokken benen
*********************
sunset 23-04-2018
slapeloosheid
de nacht
een duistere hel
groot als mijn slaap
op wijzerbladen
kerven schreeuwen
witte tanden
in plaats van cijfers
waar ik lig
heeft de doorwoelde plaats
dikke pret
laat mij vallen
midden in de zon
- jouw handen
lieven waarheid
*********************
sunset 23-04-2018
leven
waar strand nacht roept
hoor je niets terug
spreekt niemand
de dag is een vale band
in het donker nergens oevers
[gesloten ogen
twijfelen slaap]
in uitdijende kringen
drijft het
steeds verder weg
wordt het eindeloos stil
*********************
sunset 24-04-2018
in de schaduw van bomen
omdat er meer dan slechts wat as
zou resten van mijn laaiend vuur
wil ik begraven worden, niet verbrand
en liggen onder statige hoge oude eiken
waar jij mij dan bezoeken mag
zelfs in de middaghitte van een zomer
omdat mijn graf diep in de schaduw ligt
en ik je daar, over het zachte gras, zie komen
wanneer jij de aarde op mij komt verzorgen
dát is wat mij nog levend houdt
want ik zal heel ver weg zijn dan
wanneer ik in de schaduw van de bomen lig
en thuis, als eiland achter de gordijnen,
laat jou mijn ogen nooit meer zien
toch glanzen zij nog even fel in ‚t duister
ook al weet jij niet of zij open zijn
of reeds een eeuwigheid gesloten
mijn graf moet onder eiken liggen
heel diep in schaduw van de bomen
*********************
sunset 24-04-2018
als nacht in mijn haar
bij het ontwaken
met nesten in mijn haar
die ik nacht noem
slaan vaders dekens terug
slapen uren nog steeds
zonder mij in hun vergeten
op te nemen
nadat ik mezelf
met koffer in een trein zet
dragen vaders – niet de mijne -
het land in handgevlochten korven
slaperig van de ene wagon
naar de andere
en de rook
die uit hun monden sliert
hangt als nacht in mijn haar
*********************
sunset 25-04-2018
over hooikoorts, lente en warm weer
hoe zit het met je warme borsten
onder het teer groene nachthemd
en je sierlijke voeten, samen-
gebonden door zwart fluwelen lakens
de zware bedsprei ligt als lood
op jouw ademend lijf dat puft en snuift
en veel te weinig lucht krijgt
buiten huilt een motor
en ergens klinkt zeldzaam gepiep;
de zon streelt warm je neus
brandt jouw gezicht bijna in twee
gelukkig houd jij jouw schouders
beschermend onder dekens
denkt verder nergens aan
snurkt en spreekt in je slaap;
stof dwarrelt dansend
in binnenvallende zonnestralen
*********************
sunset 25-04-2018
verloren in verlangen
ik ben een stil moment
tussen de hemelen;
een maan in donkere nacht
ben ik, verloren en verdwaald
toch altijd onderweg
en kom vanzelf terug
bladeren vallen, zonder codes
van de stamboom
naamloos als ik, tussen ruimtes
ga ik mijn weg
tot ik weer wederkeer;
verloren in verlangen
blijf ik een vreemde hier,
hang toch aan dit bestaan
*********************
sunset 26-04-2018
over vrijheid, dilemma’s en mens-zijn
de schepping zelf is vrijheid
omringd door sterren, zon en maan
verstrooid in het oneindige
steeds dwalend op hun baan
ik echter ben ‘t dilemma
in altijd hunkerend verlangen, pijn
brandt in mij laaiend vuur
en ook mijn lachen, dromen
als ben ik ochtenddauw, een zondaar
vanaf het eerste levenslicht
omgeven door wat engelen
door hen toch steeds weer opgericht
en alles wat eens was:
hunkerend verlangen, liefde, smart
verdwijnt net als de lentepollen
- mijn zijn wordt één met ‘t al
*********************
sunset 26-04-2018
in jou kan ik verdrinken
jouw arm slokt mij op
als is ’t een hoge golf
jouw huid een vleeskleurige zee
op ‘t zweet doorwoelde laken
waarop ik tranen van geluk,
als is ’t een waterval,
vrij stromen laat
wanneer ik mij verdrink in jou
jouw arm slokt mij op
als is ’t een hoge golf
en ‘k weet dat ik in jou
veilig verdrinken kan
*********************
sunset 27-04-2018
wanneer wij ons lieven
borrelt het op uit de diepte
druppelt ontelbaar uit ogen
droevig en blij tegelijk
valt het in het onbekende
angstig, weetgierig, mooi;
in regenboogkleuren
verzamelt het zich uiteindelijk
als een zee in mijn handen
waarin jouw lachen zwemt
*********************
sunset 27-04-2018
nachtelijk duet
’s nachts om drie
op het perron van spoor twee
zit ik, benen lang uitgestrekt
op een bank onder wat neonlampen
achter mij
op een bank die zich tegen mijn rug leunt
zit een jonge vrouw
zij zingt over een droefheid
en de wens naar verandering in deze wereld
en wanneer zij kort adem haalt
fluister ik haar iets in ‘t oor
over wijn en lachen,
leven en lieven
wij zingen samen een duet
met korte zinnen en langgerekte melodieën
door niemand gestoord
nu mensen nog slapen
en er zelfs geen trein voorbij dendert
*********************
sunset 28-04-2018
want zozeer lief ik jou
ik kan niet op je lichaam sterven
ondanks het grijze van mijn haren
zijn zelfs de goden heel verbaasd
en ik, als steeds, weer buiten adem
zou ik je niet meer kunnen zien
bloeien geen bloemen meer
noch worden bomen groen
vuurbloemen enkel slechts aarde
dan zou ‘k mij wensen
het vergeten te worden
want zozeer lief ik jou
dat ik in alle tijd van deze wereld
van je houd
want doodgaan doe ik niet
ik zou niet in jouw hemel kunnen sterven
al zou ik maanziek zijn
en nachten veel te lang
zijn mij de dagen van jouw lijf
nog altijd veel te kort
*********************
sunset 29-04-2018
de nacht behoort toe aan de wind
wolkensluiers begeleiden
de avond naar de nacht
en onder een vage maan
schaduwen van weiden
en glad spiegelend water
de nacht behoort toe aan de wind
die twijgen laat beven
ruw over wangen streelt
ik luister naar zijn adem
die me naar stilte brengt
en weet
morgen is alles weer nieuw
*********************
sunset 29-04-2018
mij resten slechts herinneringen (uit: gisteren)
in jouw armen laat jij niemand
anders dan mij
wanneer jij gebroken bent
en ik hulpeloos naakt
[wanneer jij gebroken bent
breek jij mij solidair mee;
naakt ben jij echter nooit]
zonnestrallen schijnen helder
wanneer zij jouw hart
’s ochtends verslinden
mij resten slechts herinneringen
aan sterren wanneer jij
de deur achter je dicht doet
ik wou dat ik genoeg tranen had
om hen daarin te verdrinken
*********************
sunset 30-04-2018
wij weten het niet meer
wij wandelen omhoog
voeren schauduwgesprekken
geven ons knipoogjes
en herinneren ons hoe wij
onze net gewassen huid afstropen:
haastig en bliksemsnel
op het einde van de weg
kijken wij uit over velden en weiden
paarden en koeien lijken wassen beelden
en regenwater druppelt van bladeren
- wij staan in ons eigen blikveld
dat wij altijd veranderen kunnen
al fluisteren wij onze angst
met onze handen voor onze mond
dat wij misschien oud zijn en nutteloos
toch is het beter dit los te laten, af te leggen
net zoals onze kleren in de zomer
wanneer wij een verfrissend duik nemen
zelf geloven wij bijna alles te weten
maar weten niet meer
wat wij allemaal ooit hebben geloofd
*********************
sunset 30-04-2018