stilstaan is achteruitgaan

de zon neem ik in mijn mond
proef haar en spuug haar weer uit
zij springt omhoog, rolt verder
als een kat met drie poten
loop ik langzaam door

verlaten straten,
sla zeeën terug
op de atlantische rug
vreet koralen
en vind neptunus

neem de drietand uit zijn hand
steek hem in mijn mond
- hij smaakt naar zon
alleen zoutiger
en ik wandel steeds verder

en nog altijd
zon, meeuw, kat, zee
en dat oneindig…
zon, meeuw, kat, zee
- wie stilstaat gaat achteruit
*********************
sunset 01-02-2018



dromenwereld

nu brengt de nacht
in al haar stilte
zwaar en toch zacht
een roze bril
voor al haar dromen

vergeten wordt
de kommer van de dag
en in mijn sluimer elke last
wanneer ik dwaal
tussen triljoenen sterren

elke hectiek, het willen hebben
het ‘had ik maar’
heel snel verdreven
in dromenwereld
waar ik leven mag

en poëzie steeds wordt geboren
*********************
sunset 01-02-2018


nooit nog een ommekeer

nog is het midden winter,
zijn nachten lang

kamers van vroeger
en het verhalen vertellen …
waar is het allemaal gebleven
de wilde nachten, samen
met zangers, muzikanten

nu woont de eenzaamheid
op koude kille plaatsen
waar je de slaap ontbeert
dromen droevig maken
en het jou pijn doet
nu er niemand meer is
om tegen te verhalen

de tijd is leeg en zonder hoop
alleen nog kommer, kwel
geluidloos in jezelf gekeerd
zie je het gisteren dwalen
- nooit nog een ommekeer
*********************
sunset 02-02-2018



enkel de geur van mijn jeugd

hier en nu, hetzelfde in het klein:
uitgebroken wanden
met wat resten behang
en hout van stoelen, tafel

wind waait door deze huisruïne
bestaande uit één enkele etage
waaruit de trap naar boven raagt
smeekt om barmhartige genade

op de hoek draai ik me om, ga terug
klim over verrot hekwerk
langs omgevallen palen
door doorgeknipt prikkeldraad

ik ga aan alles en iedereen voorbij
alsof ik ondoorzichtig ben
wijl ik mijn stappen ruggelings uittrap
alsof zij er nooit zijn geweest

alsof er niets ooit nog is:
geen thuis
en ook niet het verwaaien;
enkel de geur van mijn jeugd

********************* 
sunset 02-02-2018



’s nachts verlang ik jou het meest

sterren dwalen
in nachtelijke hemel
een rustig fonkelen

stil dromen wolken
over kerktorenspitsen
schuift zich de ochtend

’s nachts verlang ik jou,
het meest jouw lijf, jouw warmte
waarmee je mij omhelst
veilig in jou opneemt
*********************
sunset 03-02-2018



winterdagen (uit: vroeger)

winterdagen stappen door
’t eerste herinneren:
wanten aan handen
en natuurlijk oma’s sokken

wij gooien sneeuwballen
en lachen
tijdens ritjes op de slee

en thuis, wat later dan,
hete chocolademelk
en voorpret
op komende winterdagen
*********************
sunset 03-02-2018



het regent bloesems
in mijn dromen
zij vallen van jou naar mij

de hele wereld geurt naar jou
in oceanen zonneschijn
nieuwe tonen als symfonie
*********************
sunset 04-02-2018


over Trump en ander tuig

als geliefden vlechten wij uit liederen onze paden
die wij gaan met hoofden, scheef gehouden in de wind,
waken wij ervoor trofeeën in ransels
van onze vijanden te worden

lopen zalen voorbij waar aan hebberige rijken
weelderige gedekte tafels worden beloofd
met goed gevulde roemers uitmuntende wijn
waarin reeds lang de tong van God verdronken is

voorbij aan muren waartegen nameloze kogels
afgevuurd worden tegen hen die moed betonen
en ook voorbij honden die tirannen braaf de hand likken

naar kinderkamers van onschuldige nieuwgeborenen
waar wij met liefde uit zachte briesen dromen vlechten
die langs de komende dagen lopen

terug naar ’t aardse paradijs 
*********************
sunset 04-02-2018


liefdevolle woorden

misschien reinig ik eindelijk mijn leven
al weet ik niet waar te beginnen
bij het verwijderen van de angst
door de jaren heen opgehoopt
naast ook al het schuldgevoel

of ruim ik mijn eenzaamheid op
die nog steeds van muur tot muur reikt
veeg alles uit tot mijn ziel weer glanst
en ik weer maagdelijk ben
zoals voor mijn conceptie

misschien moet ik het maar allemaal uitstellen
zolang ik hier nog wandel, de wereld kan bekijken
en alles bedek met dichterlijke woorden
die ik vol liefde neerschrijf
*********************

sunset 06-02-2018



mijn hart hongert nog altijd

in de kast dwaalt een man met een zaklamp
over een scheve vloer en net als de muren
vliegen steden met grote oren
over weiden en tuinen in een vijver
ontstaat simpel lachen en uit diepe wateren
spuit niet te bevatten geluk hemelhoog

als is het de stilte voor een volgende storm
ben ik de namen, de nummers echter niet
noch alle getallen en verhalen
want net als toen is de stilte bedrieglijk
schuchter en o zo licht

verward zoals het heden is
kan ik de draad tussen hier en altijd
niet meer volgen
twijfel ik zoals steeds aan mezelf
en hongert mijn hart nog altijd
de onvoorwaardelijke liefde van een moeder
*********************
sunset 06-02-2018


nachten in februari

nachten kennen hun geheimen
zij lossen zich aarzelend op
in nevel en ochtendschemer

een oude beuk ontbloot
in een eerste voorjaarsorkaan
haar vertakte wortels

in vochtige aarde
lopen scheuren
door gespleten herinneringen

slechts sporadisch dwarrelen
verdwaalde sneeuwvlokjes
om mij heen
*********************
sunset 07-02-2018



waarom vind ik
toch nooit de woorden
daar waar reeds stromen
over lippen vloeiden

uit mooi wordt pracht
uit grauw de nacht
uit leven een
hier in de wereld zijn

en uit de liefde
soms ook levenspijn
*********************
sunset 08-02-2018



op stille wateren

op stille wateren
reflecteren woorden
in spiegels ijs
- onzichtbaar diep
geeuwt toch de zee

woorden tussen
zin en loos
gelijk bladeren
driften zij
drijven heen

arsenaal van letters
weggezonken
vol gezogen
nieuw bekeken
hoog gestegen

stromen zij
de andere te bereiken
- op stille wateren
vloeien liefdevol
wat woorden

van mij
*********************
sunset 08-02-2018


ik geef me over aan jouw dans

uit dromen die nog in mij wonen
laat mij jouw fluistering ontwaken
ik weet dat jij altijd zult slagen
mijn hartstocht vurig te ontbranden

nog houd ‘k mijn ogen stil gesloten
al voel ‘k jouw adem op mijn huid
hoe dikwijls heb jij reeds je warm geopend
mij door de kleine dood bevrijd

een warme gloed doorstroomt de lijven
ik houd ’t niet meer en wil je helemaal
door onze lust totaal bezeten
geef ik me over aan jouw dans
********************* 
sunset 09-02-2018



lente nabij

goud waait door dag
en ik zie je, daar, aan het water
zwemmen zwanen statig voorbij
ergens roept reeds een zwaluw

ruisen wouden
waar het danslied klinkt
loopt het zonnekind, voorzichtig
schreden in de schaduw

waait blauw in het wit
als wind door mijn haar
hangt in de twijgen
een nieuwe zijde

en draait zich en keert
jou naar mij in het licht
- helder de hemel
de lente nabij
********************* 
sunset 09-02-2018



carnaval in ‘t Lampegat

nat schommel ik in laatste dromen
sla heel de wereld om mij heen
wijl jij nog parelt op jouw huid
en ik, geradbraakt en in rauwe delen,
ontworstel mij de lakens
die immer aan mijn lijf nog plakken

sneeuwvlokjes dansen op de ruit
en ’t wit vergist zich in de dagen
net als de narren in nacht
die nog geloven dat de jaren
voor hen niet tellen
of dat het bier slechts wijsheid bracht

‘k toets moeiteloos en zonder denken
mijn verzen rijgend aan elkaar
als het dagdagelijkse wonder
laat muze zich toch niet verloochenen
ook al lijkt het een zinneloos gebaar
nu carnaval weer ongeduldig wacht
*********************
sunset 10-02-2018



met heimwee gedekt (lenteverlangen)

van het rijmwit van daken
sluipt rumoer: een geluidsval
van mussen; hun verzen
dwalen één meter over de grond
omvatten tuintafels
met heimwee gedekt

mijn geboorteplaats is een atlas
die blijvend is, net als straten
en mensenlege pleinen
ontheemd nabij
na een paar dagen zon
die mijn huid weer bruint 
*********************
sunset 11-02-2018



bewaarde eeuwigheden

tussen nacht en ochtend
zweven lichtvoetige gedachten
ademt zich frisse lucht zonder haast;
ergens kwetteren mussen
hun eerste sociaal gesprek

momenten bewaren eeuwigheden
in een onbelast geweten;
zacht schemert achter gordijnen
vaag een schuchter licht
en ergens oefent men piano

er is nog tijd voor harmonie
en kinderlijke onschuld
*********************
sunset 12-02-2018



op zoek naar plaatsen rust

op zoek naar plaatsen rust
kijk ik een zwerm krassende raven na
tegen de stormwind in, landen zij
op winterlijke boomskeletten

nog proberen luttele
ogenblikken
een weegschaal in evenwicht te houden
in het opwaaien van verrot lover
balanceren eksters op kale twijgen

zelf verlang ik de nabijheid
van warme huid tegen mijn vel
*********************
sunset 13-02-2018



nog leef ik de tijd (voor mijn lief)

nog leef ik de tijd
waarin ik winters vergeet
leven lente is
met zwaluwengezang
tot het daglicht zacht wijkt
en het donker is in huis
jij naast mij ligt en ik simpel
jouw hand vatten kan

een lente met helder groen
weerspiegeld in de ruiten
mijn blikken in de jouwe
en wat eenvoudig lover
op donkere akkers
naast klaprozen en pioenen
die ons begeleiden
en door de jaren heen volgen
*********************
sunset 13-02-2018



vanuit ’t verlangen in mijn bloed

ik voel je en gevoelens vloeien
wij dragen nu dezelfde huid
de lust laat ons echt openbloeien
harten bonzen snel en luid

het wemelt ware geurexplosies
als ik verzink in tweezaamheid
beleef intense lusterupties
waar strelend zacht jouw tong verleidt

hoor ik verstild het zwoele zuchten
versmelt in ’t lippen tongenspel
leef in de hoogste blauwe luchten
en smaak de dauw die glanst op ’t vel

ik zoen jou en geef mij gevangen
verdrink in ware liefdesvloed
lief jou intens en onbevangen
vanuit ‘t verlangen in mijn bloed
*********************
sunset 14-02-2018



lente, vreugdevolle tijd

in deze wortels wonen ruimtes
waarin weer wortels dromen
in tonen die geen einde kennen

als, dan veranderen zij in zaad
pollen of wat deeltjes licht
dat vanuit gisteren ‘t heden overspoelt
en toch reeds lang op daken ligt
waar vensters zich wijd openen
en lenterig naar buiten blikken

vreugdevol kent deze tijd
geen enkele angst
en breidt zich langzaam uit
rustig elke ruimte dragend
net als voortekenen van knoppen
die ontspruiten aan de twijgen
en weldra groen gaan tonen
*********************
sunset 14-02-2018


telkens weer

rood gekleurd
de avondzon

op weiden
wegen
wangen

telkens weer
slechts voor luttele ogenblikken

weken
maanden
jaren
********************* 
sunset 15-02-2018


eeuwig zoekende

ik heb geleerd mij te ontrafelen
zoals een gebreide sjaal
waarvan er steken zijn gevallen

trek wol uit dit breigoed
doekjes uit de hals
van een goochelaar

laat toe dat regels scheef hangen
woorden hinken
maar uiteindelijk toch buigen
naar het geordende

leer telkens weer
van voren af aan te beginnen
*********************
sunset 15-02-2018


de Noordzee

[in deze wind
raakt mij jouw
geliefde huid]

gekust
door regen
gebeten door het zout
groeit helmgras, brem,
mos en rododendron

tranen stromen glinsterend
over naakt gesteente
als beken neerstortend water
over de rand

op moerassige weilanden
verstrooid
pluisjes tweed:
ronddwalende schapen 
*********************
sunset 16-02-2018
 


na bijna drieëndertig jaar

vrieslucht verdooft
de ogenblikken
hazenslaapjes
van voorbije zomers

jouw lachen legt zich
vluchtig neer
in andere woorden
dromend in je ogen

word ik ontroerd
door tijd
die het verleden
verscheurt

terugblik vloeit
verkeerd in ’t nu
als tekens
van een aanvang

een sentiment
van ruimtes
dagen
jaren
*********************
sunset 16-02-2018




dat is wat ik ben

[koud de nacht
rijm legt zich over alles
onduidelijk de contouren
in vroege nevel als een beeld
van droomgedachte wouden

dat is wat ik ben]

sommigen zien slechts schaduw
anderen wederom alleen maar zon;
ik hoor reeds gezang van zwaluwen
in nieuwe dagen, vreemd het licht
op ontwakende weiden

nog rest er sneeuw van gisteren
nu de winter zich langzaam overgeeft
mij de maagdelijke stilte laat
hier, waar het grenzeloze
zich uitbreidt in al het andere

in heldere hemel, duidelijk te zien
sporen van terugkerende vogels

wie leest er echter nog gedichten
blikt ’s morgens in het niets?
- slaap, een eeuwige chaos
van gedachten in een rusteloos woelen
van nog niet beschreven gevoelens
*********************
sunset 17-02-2018
 
 
 
mij krijgt de griep klein

ijsklontjes rinkelen in het glas
één deken is niet genoeg

de koffie smaakt bitterzoet
plekt tegen mijn gehemelte
en de mist tekent figuren
in de koude lucht van de ochtend

op mijn tong smelten gedachten,
in mijn hart begint een reis;
jij mij nabij en toch ontastbaar
twee handlengtes af van mij

in een plaid gehuld
koorts
hij jaagt door heel mijn lijf
en komt steeds weer terug
*********************
sunset 17-02-2018
 
 

 
fragiele herinneringen

zwevende containers
aan kreunende kranen
een stad geboren uit
het ochtendgrauw
heen en weer vliegende
krijsende meeuwen

de stad heeft geen naam
leeft enkel in het steeds weer
oplichten van schijnwerpers
verstopt achter duistere formaties
voorbijtrekkende wolken

aan het einde van de kaai
heb ik urenlang gestaan
gehuld in het zwijgen van kleuren
van een tussen jouw vingers
fijngewreven wilde kamille

fragiele herinneringen blijven
*********************
sunset 18-02-2018



overleven in liefdeskoorts

de dood is nimmer een klimplant
die uit de aarde woekert
het is de scherpe doorn van macht
die in onze ogen wordt gestoken
vóór dat wij bescherming vinden

wij zijn door bloedwraak verdrevenen
al scheuren wij in vluchtige ochtendgroet
beton van grijs bepleisterde muren
wij zijn eeneiige tweelingszielen
in landschappen die uit wonden bestaan

overleven enkel in liefdeskoorts
********************* 
sunset 18-02-2018
 


ergens tussen gaan en blijven

de oude eik voor het huis
het ruisen van bladeren
voor het venster in de herfst

kort voor de vorst geen vogelgezang
slechts blikken die over kale velden zweven
naar de eerste sneeuw op jouw lippen

de onuitgesproken woorden van de nacht,
zwaar op de maag van het verstand,
verzinken in doorwoelde lagen van onze lakens
als druppelde dauw van brekende twijgen

en ergens tussen gaan en blijven
schuldgevoelens op het wit van de wanden,
het licht uit treurholte van jouw mond,
uitgebluste sterren onder onze voeten

toch blijft de liefde, eeuwig
*********************
sunset 19-02-2018
  
 
 
nu, nu alles is gevallen
te hoop en op hopen
geveegd in steegjes
en ontgroende parken
waar het lover van
de gezellige linde
zich neervlijt met dat
van de knorrige eik
en van de ijdele beuk,
toont zich de leegte
en de eenzaamheid
van zwarte takken
gehemeld in
donker wintergrauw 
*********************
sunset 19-02-2018

nog wintert het

het wordt weer kouder
en is dat sneeuw
die vochtig vallend
dooit tot drab?

een droom van bijzaken
- in het geval van sneeuwvlokjes
bestaat de mogelijkheid
zich een dik vel aan te schaffen
[een berenhuid die wij
van ons laatste geld
hebben gekocht
om in te schuilen]

waar zelfs auto’s
vreemd-lichamen zijn
zou er in wezen
niets mogen:
geen mensen
zeker geen machines
hoogstens lasso’s
om paarden te vangen

wij staan voor het zwarte gat
van een dode ster
en ik probeer
jou niet aan te raken

wat mij nooit lukt
*********************
sunset 20-02-2018
 
 
 
weldra ontwaakt de dag hemelblauw

maart brengt zon op gezichten
en stalkoeien leggen vadsige lijven
op vers natte weiden; in schuimscherven spiegelen
kristallen draden, verstarren in koeienogen;
het Noordwesten voorspelt nog sneeuw

in de avondhemel smelten sluierwolken
water hoopt zich op, uitgestroomd op stenen
mat en brokkelig als oude stapels papier;
nog even en ’t is nacht
zwijgen vogels staande op één been
en komt het enige geluid van een beekje

in de ochtend schemert er ware schoonheid:
zout ligt als een glinsterende korst op de weiden
grashalmen steken hun kopjes er net boven uit
onscherp nog de omtrekken van bomen
al ontwaakt de dag weldra hemelblauw
*********************
sunset 20-02-2018


armen, hemelhoog

sterren kijken
met glanzende ogen
op ons neer

zingen liefdesgezangen
over een band
die onverbreekbaar is

in onze vochtige monden
leeft altijd de volgende dag
overgoten door een honingzon

wijd over akkers
hebben wij wolken gevonden
waaronder wij ons stapelen

heffen armen hemelhoog
om met vingertopjes
nachten helder te maken
*********************
sunset 21-02-2018


in vroege ochtend

nachtelijke woorden van regen
trekken over de straten
spiegelen hun zwijgen

donkere gebouwen lijken op bomen
die met hun koude huid ogen raken
hun stammen liggen opgestapeld
met opengesneden jaarringen

de rand van het nabije woud
laat het licht zweven
schuifelt de lucht op

nog verder weg
verbleekt de einder
in schemer van
de vroege ochtend
*********************
sunset 21-02-2018
 

wij, wij doven uit in donker water

het vlees blijft zwak
tolt doelloos over velden
doorploegd door
het onmeetbaar lachen van kinderen

en wij, wij doven uit in donker water
en vanuit ons merg
vormen wij de dag nieuw

nog is hij blind
*********************
sunset 22-02-2018


jouw slaap als kleine vlinders


vanaf jouw kant van ons bed
waarin wij beiden slapen
hoor ik je ademen

als kleine vlinders, jouw slaap
en ik vraag mij
of jouw dromen zacht zijn
donzig als jonge vogels in hun nest

ik ben bang
dat eentje wegvliegt
naar beneden valt
en zich bezeert

scheiden is slechts een beslissing
lieven echter een voortzetting,
zonder enige onderbreking
*********************
sunset 22-02-2018



buiten vriest het kraakhelder

licht stroomt over velden
lichte vlechten kruipen
langs stammen omhoog
op open plaatsen dwaalt wind
die in weiden ademt
door ‘t kniehoge gras

onze bleke gezichten
dragen de laatste sneeuw
uit de kamers
lange schaduwen richten zich op
en onder flukse stappen
trekken wegen zich samen

stilte vervreemdt stemmen
het lover breekt krakend
‘s avonds streel jij mij
vertelt me dat je reeds
de lente hebt gezien
wijl ik mij telkens weer warm
aan jouw vingers

buiten vriest het kraakhelder

*********************
sunset 23-02-2018

 

mijn eigen hooglied

jij bent het verlangen
naar een volgende kus
de herinnering
aan de voorgaande
maar ook de verlokking
van diepe afgronden
of onuitputtelijke tuinen
vol met appelbomen
en nimmer gevangen
einden van gedichten

jij bent de zwoele warmte
van zuiderse zomers
wanneer het aan de zee
langzaam donker wordt
ik mijn vest
om je schouders leg;
jij bent de stad
met een trage miezelregen
op blinkende straten;
mijn eigen hooglied
*********************
sunset 23-02-2018



in ’t sterrenlicht dansen wij

lang verwarmen wij ons
in de schaduw van een maan
aan zomerse gedachten
over vrede en onbeperkte vrijheid

in ‘t sterrenlicht dansen wij
op beat- en sitarklanken
verslapen beneveld lawaaierige dagen

in de bars heerst toeristische tristesse
enkel onder bloesemregen van bougainvilleas
droomt nog altijd de liefde
 *********************
sunset 24-02-2018
 
* geïnspireerd door De bloemenkinderen van Torremolinos
van James A. Michener

 


de dag verhaalt afstand

de dag verhaalt afstand
zoals hij wolken uit elkaar drijft
en takken van een magnoliaboom:
versleten vormen van een lente
- het stadsbeeld herhaalt zich

als weg elke middag aan mij voorbij,
en in slechts vierentwintig uur
groeit er gras of een andere structuur overheen
- ik zie papieren vlinders, verstrikt in de gordijnen,
en verwar droom met drone
*********************
sunset 24-02-2018



hoe vertrouwd,
zacht groen
de uren
met jou

zonnestralen,
kiemen van
bont gespikkeld
lenteverlangen
*********************
sunset 25-02-2018


spelen met tijd

wij spelen met de tijd
jij en ik
denken er nieuwe uren bij
terwijl ik jou
een ster
waarop jij dansen kunt
aan jouw voet hecht

dit spel
waarin wij meestal vergeten
wie wij zijn
en ook dat wij honing verzamelen
voor ons
die wij nog steeds niet kennen
- of toch

terwijl ik jou
een ster aan jouw voet hecht
zie ik
hoe helder hij oplicht
********************* 
sunset 25-02-2018


in eeuwig verlangen naar jou

wanneer jij mij wekt
vooraleer jaren zich keren
verhuizen ramen

zou jij ooit gaan
landt de winter
op mijn vensterbank

een vriezende februarinacht
die de koude
uit jouw mantel blaast

en ik neig mijn hoofd
word geluidloos begraven
onder teer zachte vlokken

zou jij je wegdraaien
vóór dat mijn leven zich keert
blijf ik eeuwig winter

woon enkel maar half
in mezelf
in eeuwig verlangen naar jou
*********************
sunset 26-02-2018



telkens weer opnieuw

verwonder je niet
over mijn armtierige
woordenschat
de talloze herhalingen
van deze dichter
wie de vrolijke
en lieftallige woorden
afhandig zijn;
gestorven
met elke dode

telkens weer opnieuw
*********************
sunset 26-02-2018



dát maakt mij klein

[niemand kan heel de zee uitdrinken
alle kinderloosheid vullen
of zelfs maar lava doven]

sommigen willen anderen verslinden
bezitten, in vergeten dorpen
zonder te moeten zoeken
klavertjes van vier vinden

onze vrouwen echter dragen krulspelden
door dansende avonden
alsof zij geen zuurstof nodig hebben
- nat-vrolijk gedogen wij gifwolken over het zand

en zeven , zeven bruggen verbinden
negen kattenlevens lang
hun vluchten en landloos zijn;
dát maakt mij klein

want in jouw afwezigheid
verliest het mooiste woord
zijn grootmoed voor iemand als jij
ook al kan niemand de hele wereld redden

en ik zeker niet iedereen
veilig in mijn hart bewaren
zonder dat misschien mijn longvleugels
breken door alle leugens

sunset 27-02-2018

 

rijm knarst onder de zolen

de wereld krimpt al dagen
droef hurken huizen in een nevel
hangt was stijf bevroren aan lijnen
- nog valt er geen sneeuw

deze winter bungelt ruw-rijp
gerafeld aan twijgen en grashalmen
en krijsende kraaien dromen in verlaten nesten;
aan de muren, onder het wit,
vast aangekoekt duivenstront

op grijs schemerige weiden
de gammele voeder- en drinktroggen
rijm knarst onder de zolen
en af en toe laten verwaterde stralen
vroege jonge knopjes
rimpelend verschrompelen
*********************
sunset 27-02-2018



ogen sluiten niet meer helemaal

water en daarop nog meer water
in blokjes omdat ik reeds dagen er naar staar
smelten zij en het water slikt water

tot mijn blik zich ontspant
ik mijn bril af en dan weer opzet
en tenten zie, huizen, een hotel
en uiteindelijk ook het helmgras
te stomp om vergezicht te snijden

en ik kijk langs mezelf naar beneden
naar geërodeerde plekjes, verlaten dorpen
die in dit licht toch weer substantie krijgen

en ogen sluiten zich niet helemaal
*********************
sunset 28-02-2018



uit schaduw van de onderwaterwolken

het golvend bruin van jouw nog geurend haar
in glans van neervallende regen
stroomt uit in de nog slapende stad

hoe vreemd in eigen lichaam als een huls
zonder ziel gedrapeerd tussen mensenstemmen
en opblinkende momenten van maneschijn

achter de wolken drijf jij weg
van alles wat schijn-blinkt en rumoerig is
naar de stilte van het woud waar zwijgend
woorden zich ontworstelen aan je mond
om het onbegrijpelijke te beschrijven

en mocht er ergens een plaats zijn
jou op onderwaterpaden te ontmoeten
en met strelende blik de verlammende smart
van jouw wijd openstaande wonden te helen
dan zou ik tussen ons bruggen bouwen

uit schaduw van de onderwaterwolken
*********************
sunset 28-02-2018