zonder enig voorbehoud
ik ben het die met mijn handen
het knopje van jouw bloem
verhit als een stukje steenkool
het plukt uit de heet-rode gloed
lachend in de hemel duikt
zich teder op je lichaam vlijt
en jou intens intiem berijd
in nachten waarin wij dansen
rollen wij brandend over elkaar heen
in een eeuwig-heftig liefdesspel
*********************
sunset 01-09-2018
dronken van jou
ik wandel in jouw rimpels
drink je zout-zware zweet
wanneer jij de hemel wijd maakt
mijn verlangen brede straten bouwt
ondanks donkere stinkende asfalthanden
die mijn ademliederen verscheuren
en tussen hel verlichte winkelpuien
mis ik mijn bus, de trein, de wereld
toch loop ik zingend onder sterren
wankelend, struikelend, weifelend
edoch steeds dronken van jou
*********************
sunset 01-09-2018
nazomeravond
een vale maan koelt reeds nazomeravond
blauw blinken vensters van de tijd
achter dicht gesloten vensterramen
rolluiken vallen ratelend neer
verlengen zich tot in de nacht
en in het duister van woningportalen
leeft nog een rest van dag
een torenvalk zoekt snel zijn bed
luid lachend spelen vrolijk kinderen
waar straatlantarens flakkeren
in ‘t zoeken naar standvastige verlichting
hees blaft er ergens nog een hond
je ziet de vleermuizen reeds jagen
verfrissend het opkomend briesje
dat zijn geheimen fluistert in de struiken
*********************
sunset 02-09-2018
fado
iemand kucht; voor niets
- de stilte overwint
haar borst gespannen
beven lippen lijf
in de beginakkoorden
haar pols verstijft
een laatste keer
vanuit haar binnenste
stijgt het op:
een eerste golf
en kort daarop een tweede, derde
dan breekt het uit
als stroom van afscheid en herinnering
verdrinkt de luisteraar
in zeeën zacht verdriet
later zingt zij over hem
verzinkt in haar verlangen
naar geur van zout
en van het zweet
dat parelt op zijn borst
[en naast mij wrijft
een vrouw heel stiekem
de traan weg uit haar oog
wanneer de laatste toon wegsterft]
*********************
sunset 02-09-2018
de achtste dag
’s zondags verander ik me in een boom
laat de lente in mij binnen
voer de vinken (soms ook niet)
laat het leven in mij zingen
de donderdag blijf ‘k mij herinneren
aan mijn jeugd – oude foto’s
vallen in mijn handen
en ook een heel oud inkoopbriefje
waarop niets meer te lezen staat
’s woensdag stoot ik mijn bladeren af
en ’s vrijdags ga ik winkelen
alles wat op dat oud briefje staat
ook al bestaan de meeste dingen niet meer
want in rekken kruipen nu slechts spinnen
‘s zaterdags ga ‘k in mezelf, filosofeer
probeer orde te scheppen in mijn chaos
kniel neer voor mijn God dat Zij mij genadig weze
mij als gunst een achtste dag schenkt
extra voor ons
*********************
sunset 03-09-2018
poëzie blijft eeuwig
landschappen liggen onder schoonheid
als stemmen over het gras
en verwonderde nevelbanken in bossen
nachtegalen vliegen met jouw naam in hun zang
leggen mijn zoenen liefdeszwaar op je mond
als een kabbelende lieflijke zee
waarmee ik jou gezangen aanbiedt als ruil voor jouw schaduw
ik overleef als dichter bij overvliegende fazanten
op hun terugvlucht gegrepen door stofwolken pastel
waarmee ik gedachten, gevoelens en liederen
die opstijgen uit stromen herinneringen, verwoord
en plots is het weer daar
dit gevoel van onmacht en eenzaamheid
terwijl zwermen lelies over het water zweven
als doelgerichte speer blijft poëzie simpelweg eeuwig
*********************
sunset 03-09-2018
nieuw de tijd
door uren verzonden
valt ‘t niets mij voor mijn voeten
ik vang het op, het leven
en knabbel
aan kleine stukjes ervan
vraag mij af:
wie wachter der tijd is
wie mij nabij is wie mij vreemd
zand sleept mij
over duinen en fluistert:
jij bent mijn woestijn
*********************
sunset 04-09-2018
’s avonds in ’t duister (uit: gisteren)
ik werp een kiezel in de lucht
wijl een iedereen lacht en zingt
over ’t verlangen naar lente,
struikelende woorden ’s avonds
en de adem van ’t gras onder ons
ombladerd nog en onder sterren
zingen zij zonder gezichten
en denken de leegte in ’t duister
hun gedachten bij jonge meisjes
met roomwitte dijen en heuvels
die schokken onder hun lijven
met rondom ons afval van d’ avond
waarin wij onze hersens drenkten
met vuurwater voor mannen
en een maan die zich spiegelt in lege flessen
wijl ik een kiezel in de lucht gooi
en probeer een gat in de hemel te werpen
of misschien zelfs een ster te raken
zodat hij naar beneden valt
en elke angst verjaagt
*********************
sunset 04-09-2018
letter na lettergreep
leg je bij mij
de sleutel tot het leven
heeft een slot nodig
beoog en bewimper mij
alle avonden en nachten
kleur hen groen
en later vallen wij
als vermoeide schaduwen
de ochtend in zijn schoot
en zingen engelen
wanneer ik tweelettergrepig
jouw naam fluister
mij in de hemel waan
niets ziend en niets horend
- letter na lettergreep
*********************
sunset 05-09-2018
bijna herfstige tijd
ik pluk bladeren van bomen
streel nog eenmaal de hemel
nu bloemen bijna zijn uitgebloeid
en het jaar langzaam verwaait
in septembertuinen begint zich
het lange zwijgen te ontvouwen
dus ga ik nu, zoek mij een thuis
misschien in het blauwe
waar vissen wonen
of een braambessenhut
onder dichte struiken
ik naai mij een schouderdoek
met heel veel sterren
die mij in mijn jammernachten
warm zullen houden
ver van doornen, huid en haar
*********************
sunset 05-09-2018
in vloeiende tijd
bouw ik woorden
een dam
die het herinneren opstuwt
opdat niet alles
in leegte verdwijnt
*********************
sunset 06-09-2018
tot bladeren, bloemen verbloeien
onder een langzaam wordende hemel
wandel ik in door een levend landschap
tussen een zee wuivende grashalmen
en ruw ogende bomen
stengels trekken zich
uit een moerasachtige grond
ontplooien zich haastig
tot bladeren, bloemen
verbloeien
wijl de huid in mijn gezicht
verrimpelt
en op mijn hoofd
mijn haar smeltend versneeuwt
in de winter sterft alles af
maar niets gaat werkelijk dood
*********************
sunset 06-09-2018
poëzie op een balkon
in de schaduw
op mijn zonovergoten balkon
ligt stil opengeslagen een boek;
gedichten misschien
een vlinder landt
met opengevouwen vleugels
over de zinnen
en voor een kleine wijle
rest mij enkel het zicht
op een simpele punt
*********************
sunset 07-09-2018
ik zucht mijn adem (eenzaam)
ik weet, als het regent
kijken zij mij allen aan
zij die reeds dood zijn
maar ook alle ongeborenen
hoe ik hen nabij ben
ook al doe ik niets
door het regengordijn
ziet men mij toch
zittend voor ’t raam
achter wit-kanten gordijnen
alsof door spinnen geweefd
zucht ik mijn adem
wijl onze aarde
in de onmetelijke ruimte
droevige vissen omcirkelt
terwijl anderen lieven
met hun open monden
vol zoetsappige woorden
en het ontroert mij
ondanks dat het regent
en ik weet dat zij naar mij kijken
de doden en de bijna levenden
elke regendruppel een blik
die wegzinkt in de grond
terwijl ik mij bezorgd afvraag
of het daaronder ook regent
en lach, bijna geschrokken,
om mijn eeuwig geluk
*********************
sunset 07-09-2018
niets meer noch minder
nevel dal-afwaarts reikend naar het meer
het licht in opklinkende geluiden
als avondlandelijke woorden
een wandelaar komt met flinke stap
wendt zich mij toe
wijl hij een vrolijk deuntje fluit
waarin anders ligt
het subversieve moment vraag ik mij,
dan, laat ons zeggen, psalm 130
het verhaal van deze aarde;
niets meer noch minder
*********************
sunset 08-09-2018
libelle
alsof het alles al had gezien
zo verhief zich het lijfje in ‘t blauwe
ontvouwde blij dansend ontwakend vrij
een ballet, de vijver vergetend
en ruimte ontdekkend
zelfs vleugels ademen enkel schoonheid
wanneer het zich, als slanke adonis
pijlsnel wentelend en kerend
uitleeft in het wijde van de hemel
*********************
sunset 08-09-2018
de Pluktuin De Tuinderij in IJzendoorn op 08-09-2018
donkere boomsilhouetten
zijn niet mijn bomen uit zomerdagen
en het licht in de late namiddag
is niet mijn licht
zoals ik hier nu zit
vallen de bloemen, midden op de dag
in een lichte slaap
donkere regenwolken ademen voor hen
hoe stil het namiddaggrijs
het sijpelt op poëtische woorden
en valt uit alle monden
in verlangende handen
een zwerm raven trekt over
- de pluktuin ligt in blije verwachting -
zij vliegen ijverig edoch voelbaar zacht
laten woorden dansen op het papier
iemand draagt voor vanuit zijn geheugen
maar ik was het niet
*********************
sunset 09-09-2018
wit als versteende koralen
jij balanceert op eerste zonnedraden
een ophanging uit lichtbanen
geweefd door de kieren van lamellen
en jij vraagt waarom onze lijven zweven
in jouw ogen die nog slaperig zijn
en het zien niet echt zien
ligt goudkleurig de omkadering van de zon
traag opbloeiend in het oosten
onder de naad van jouw wimpers
groeit de stoel uit zijn schaduw
en het bed en jouw borsten glanzen wit
als versteende koralen
jouw ogen, jouw mond: een masker van de nacht
waarin alles ons zo vertrouwd is
tot ver achter de grenzen van deze kamer
en wij verder kijken, hemelhoog
tot waar licht alles onzichtbaar maakt
*********************
sunset 09-09-2018
vrouwe, baar mij een kind
achter regensluiers
luiden klokken
hese wolfsstemmen
mengen zich bij hun geluid
zonder iets te vermoeden
leg ik mijn oor te luisteren
tegen de deur van mijn lijf
en kijk, het gespan
buigt al om de hoek
en ik rijk je een ring
- vrouwe, baar mij een kind
want ik heb de geur
van jouw bloem opgesnoven
verdwijn er helemaal in
*********************
sunset 10-09-2018
over vroeger, ouder worden en zo
mocht ik kunnen terugkeren
dan met een reuzesprong
naar daar waar ik mijeen grote
wit-rood geruite zakdoek neem
[om bieten te schillen, kalfjes te voeren]
weer het knarsen van de poort te horen
en overal de mestvaalt te ruiken
het zure van de melk in de varkenstrog ruiken
met daarin zwart opgezwollen dode vliegen
naar de hooizolder verdwijnen
en alles stil vanaf boven bekijken
heimelijk in de stal slapen
mijn tranen met vingertopjes stoppen
niets meer dan een laatste kraai horen
zijn krijsend geschreeuw
en met gesloten ogen eindelijk zien
hoe het licht zichzelf verteert
*********************
sunset 10-09-2018
over (hoofd)pijnen, slapeloosheid en zo
[deuren houden slaap tegen
gangen, waterstromen]
in het trappenhuis
hoor ik de wind wijken
en achter muren
iemand die zich de warmte
van zijn lippen wast
verpakt in goudglanzend papier
dat van schoonheid praalt
is de hemel toch niet meer
dan een vlek aan de horizon
en in de voormiddag
bonzen vogels tegen mijn voorhoofd
- als waarschuwing zingt iemand:
kom, laten wij onszelf neerschieten
*********************
sunset 11-09-2018
geen bitterheid, woede noch angst
er komen beslist ergere nachtmerries dan deze
half verborgen tussen het lover van de dag
en nergens een deur die open staat
de bij de geboorte ingeslagen nagels
buigen zich bijna niet
wanneer de dood op het balkon op de loer ligt
kijkt naar mijn gezicht tussen de lakens
en het raam zich traag opent
ook al hoor je geen gerinkel van scherven
in de stilte van deze herfstnacht
geen bitterheid, woede noch angst
bestaat er meer, enkel dit moment
waarin het leven oneindig lijkt
en straalt met een hemelse glans
ik misschien opstijg naar daar
waar alle toekomsten samen komen
*********************
sunset 11-09-2018
zo graag ben ik heel dicht bij jou
traag zweeft nevel
en ik, ik ben reeds een wijle
een vergeten ding, een sta in de weg
en tussen mijn voeten ligt er altijd wel iets:
kruimels en ook uitgevallen wimpers
opgerolde kleding op natte plavuizen
toch heb ik het kloppen gehoord
van je hart, het rijzen van je borst
draag een riem uit liefde die jij mag bekijken
zoekend naar het leven
het struikgewas langs de kant
wandelt door onze ogen naar het woud
en steeds wanneer het bangelijk wordt
laat ik luid een hoorn klinken
zo graag ben ik heel dicht bij jou
**********************
sunset 12-09-2018
jij, lief mooi mensje (voor mijn dochters)
tussen het vreemde
houd jij je ogen gesloten
neen, niet deze, andere
die zacht op klippen breken
van bruggen springen
en toch niet vallen
branden en niet branden
over het lachen van anderen
leg jij het jouwe
als laatste steen
twee koele saffieren zijn jouw armen
in jouw borst klopt een opaal
uit jade jouw benen
en je lijf hard als staal
ween niet
want doe je het toch
rollen kleine paarlen
uit jouw mond
jij, lief mooi mensje
*********************
sunset 12-09-2018
vanuit een eiland van gevoel
er bestaat geen onschuld in deze taal
luister hoe gesprekken verstommen
en hoe toch ook hierin een oorlog heerst
weliswaar een andere dan die wij meestal creëren
maar evengoed oorlog - in verdorde tijd
schrijf ik met tegenzin enkele dorre zinnen
samen gebonden tot een alledaagse spraak
die mij ter beschikking staat
om zelfs het duister daarachter op te roepen
zó dat zelfs klokken luid beven
ik schrijf traag en geduldig
[want ik geloof in eeuwigheid]
vanuit een stilte, een innerlijke vrijheid
die het vasteland onbekend is
vanuit een eiland van gevoel
tijd te ontgrenzen, ruimte te geven
en deze taal, telkens en telkens weer,
in mijn eigen woestenij te verzinnen
*********************
sunset 13-09-2018
alles rondom mij bloeit
jij schenkt mij tuinen
vol hortensia’s, rozen en jasmijn
een vijver waaraan ik verwijl
met waterlelies die van jou vertellen
soms komt een zwaluw langs
zit op de rand en pikt
aan een half melkbroodje
dat ik liggen laat
en ik herinner mij
hoe de wereld in mij wortelt
alles rondom mij bloeit
sinds ik jou lees
woelen mijn handen
samen met de wind
door jouw haar
zoeken jouw lachen
dat nooit moe is
om elk van mijn verlangens
liefdevol te beantwoorden
*********************
sunset 13-09-2018
gered door de MUG
zonder te bewegen
lig ik ingebonden op een brancard
het lijf schommelt heen en weer
zoals het gedragen wordt
tussen schip en wal
[kristallen tranen
vertel mij het uur
waarin je valt
… drie, zeven, tie…]
dit ritme is mijn lied
mijn leven dat zich buigt
wijl mijn hart verkrampt
en tot wolkensteen wordt
ik zie mij
kruip over alles
tot aan de rand
… drie, zeven, tie…
het is nog niet mijn tijd
*********************
sunset 18-09-2018
jij kust mij liefdevol en glimlacht
hoeveel zonne-uren wens jij jezelf
nog in je leven, vraag jij
en ik denk lang daarover na
terwijl ik mij naar een steen buk
en hem op mijn hand weeg
hem daarna schuins over het water werp
jij lacht schaterend en helder
zó dat mij plots
de geur van rijpe appelen en pruimen
net als die, die wij verleden jaar uit bomen plukten
in mijn neus kruipt
niemand weet hoelang een zomer duurt
of hoelang een mens groeien mag
fluister ik
en jij kust liefdevol mijn lippen
glimlacht slechts
en plukt aardbeien uit mijn oktober
*********************
sunset 18-09-2018
leven
op de binnenzijde van je hand
wandelen; twee keer
en toch op dezelfde plaats
staan blijven
in een landschap
dat enkel van ons vertelt
een ongeschreven brief
als snippers in de wind verstrooien
wachten tot het water
antwoorden naar de oever draagt
jouw ring
diep van licht doordrongen
die mijn vinger grijpt
in een zomer uit die wij komen
en aan land gaan
zonder een enkele voetafdruk
maar met een lachen
dat de wind vooruit ijlt
de zee deelt geen golven
die rotsen als boten begroeten
handen ten hemel heffen
tot hen de overtocht wordt verleend
om hun gezang
in regenbogen te spannen
en het zachte fluisteren
dat elke steen
tot tranen toe ontroert
zo kleurecht, helder
als geen enkele morgen
ooit is geweest
*********************
sunset 19-09-2018
nog schijnt de zon
[mijn tong glijdt langs banen
van regendruppels op mijn raam
laat water over de oever
van je dijen zwalpen]
een schuwe reiger in het riet
het lied van de regenzwaluw
vissen die uit het water springen …
de nacht sluipt traag nader
en herten die onder de bomen staan
fluisteren waarschuwend:
wees waakzaam, wees stil
een uil spreidt zijn vleugels
vliegt in de nacht
die voor mijn raam wacht
*********************
sunset 19-09-2018
dat geen kracht mij verlaat
en dat geen kracht mij verlaat
als het zover is
ik de kruimels vind
voor mijn laatste honger
dat er nog een weinig verstand is
dat ik laat wankelen
wanneer ik mensen slechts indeel
in jij en mij
- de regen die neervalt
hebben wij laten verzuren
en vogels verstouwen de wind
onder hun vleugels
maar wanneer wij uitvaren
dat wij minstens een roer hebben
of een mast
waaraan ik mij kan vastbinden
[woorden borrelen omhoog
ooit hoop ik hen nog te schrijven
zolang mijn gevoel nog een vol vat is
dat ik eerst open
wanneer de tijd er rijp voor is]
*********************
sunset 20-09-2018
wandelen tussen de wijngaarden (uit: vroeger)
er hangen veel druiven aan het hout
het donkere groeit naar het heldere
onder netten, de ranken opgebonden
hier en daar pikken vogels aan de druiven
grote zwarte sirenen die nooit zoveel slikken
dan dat wij later zullen drinken;
pitjes van tig honderd jaar liggen alom
de boeren praten over de paden heen
waardoor niets zich laat afschrikken
wij voelen hun ogen in onze nek branden
wanneer wij langzaam voorbij wandelen
*********************
sunset 20-09-2018
vermoeidheid die ‘t leven laat slapen
jouw inflatie-gereinigde ogen
alsof er niets onnatuurlijks is,
je lippen wanneer zij stamelen
in hun herinnering aan winter
een plotse welving, jouw borsten,
alsof je lijf niets anders meer wist;
en dan je dun donker haar
verzameling kleine verstrooidheden
jouw wang een gloeiende belofte
als enkel een online vermomming
wirwar van steelse bewegingen
van jouw strelende, plagende tong
in lucht, door mij niet meer draagbaar
rest slechts aanmatigend verwachten
van teamrijpe vingers en tenen,
al is dit niet mijn bestemming
vermoeidheid die ‘t leven laat slapen
*********************
sunset 21-09-2018
de anderen moesten nog komen (uit: gisteren)
dit vreemde land begint hier
waar raven, dat zwarte gebroed,
zich paren met meeuwen en vissen
in mijnen slechts één enkele toon
van een hoorn pratend in beelden:
hazen als bundels in grachten
duiven op takken van bomen
herten doorboord met wat hagel
een egel, een kater en later:
een straathond, klein en ook zwart
een vosmoeder met jong in haar buik
en ‘s avond wonen wij allen
samen met duizende kraaien
en kinderen die luieren aan borsten
zuigend en sabbelend op tepels,
niet te tellen insecten, pantser na pantser,
lichtzwermen van tig-tal miljoenen
en ik, alleen in dat stoeltje
mijn romp en mijn benen te dik
een peuter in typische Duitse kleren
[wij waren als welpen met drie:
ik, en twee broers van een andere vader
de zuster was achtergelaten
en d’ anderen moesten nog komen]
*********************
sunset 21-09-2018
wanneer ik
over liefde
voor jou
schrijf
grenzeloos
vrij
en hoe zij
in mij leeft
schenk jij mij dan
jouw ogen
oren
lippen
waaruit zij
opborrelt
en houd jij ook
de hand vast
die haar schrijft?
*********************
sunset 22-09-2018
liefde voor ‘t bestaan
en teder kus ik jou
gestreeld door de septemberzon
onder de koelte van de bomen
drink ‘k dorstig uit je mond
het zoete van ’t verlangen
en honger van elk uur
stil fluister ik jouw naam
luister naar ‘t zingen van je hart
wijl onze adem sterft
wanneer wij ver voorbij de hemel gaan
slechts nog als vlinders leven
de liefde van het zijn
*********************
sunset 22-09-2018
was er slechts maanlicht en de sterren
de zon gaat onder sinds een wijle
is de stonde koeler wanneer een avond
langs het gras op weide zinkt
en ‘t licht op oude sprieten langzaam sterft
hoe zou toch alles zijn zonder een hemel
een gouden middag, bloem en vrucht
- te weinig is slechts nacht
hongerige geesten en smachtende zielen
om ’t te verdragen
--- was er slechts maanlicht en de sterren,
ik zou heel simpel sterven
*********************
sunset 23-09-2018
de zon en ‘t leven
hoe lichtvoetig verend
jij over de wereld danst
elke ochtend ondiepten
kruist met vrije blik
en dan schrijf jij,
regel na regel hecht jij
blad na blad aan bomen
wind speelt in hun kronen
en tranen worden beekjes
- maan laat niets verdwijnen
*********************
sunset 23-09-2018
te horen hoe de zachte wind
met wat gekleurde blaadjes speelt
om dan te voelen hoe hij teder stil
mijn huid beroert
te zien hoe hij twee bijen
dicht bij mijn luie stoel
tot ochtenddans verleidt
[en het geschiedt
dat ´t diepe zwijgen
mij een weldaad is]
*********************
sunset 25-09-2018
de herfst is begonnen
stijgt een waterige zon
op uit schuimende golven
verheffen zich nevels en ’t zeegras
schreeuwt met de meeuwen
over het strand en de lege duinen
pijlen van vogels vliegen richting zuiden
en duiven pikken naar vergeten kruimels
het op en neer der kopjes slaat
het ritme van herfstige dagen
valt de dag in de nacht
helpt bij het inslapen
lichtbanen te tellen
van eeuwig brandende vuurtorens
*********************
sunset 25-09-2018
in armen van eerste ogenblikken,
’s ochtends,
vloeien door het infuus
voorzichtige bevingsvrije grepen
van zachte geruststellende woorden
het leven wisselt in andere dimensies
opent in verlengde tijd nog deuren
ontsluiert het geheim van de eeuwigheid
ingebed in berustend aanvaarden
vertelt de hartslag van mijn adem
over de terugkeer naar mezelf
*********************
sunset 26-09-2018
niemand die het ziet
met de ijver van een rusteloze
kleur ik bijna onmerkbaar
een kleed van poëzie
liefdevol in taal en klank
als door meervoudig geslepen glas
bemerkt mijn innerlijk oog
bekoord door lievelijk stemmen
naasten in hun zieletinten
maar niemand ziet
de schaduw van schimmige beelden
omhuld door innerlijke droefheid
wanneer ik mezelf projecteer
*********************
sunset 26-09-2018
stilte voor de storm
herfstwinden, zij komen
jagen fluitend luid tegen de ramen
rammelen heftig met de deuren
blad na blad valt van de bomen
tot kale takken naar de hemel reiken
ook al is het nog warm
hoe vindingrijk de wind
die kust en trekt en likt de huid
als is hij onuitputtelijk hongerig
de hemel donker nu en bijna zwart
terwijl eekhoorntjes snel klimmend
verschrikt zich uit de voeten maken
stilte voor de storm
*********************
sunset 27-09-2018
elke nacht weer
jij slaapt, schamel bedekt
door gewaden van de nacht
uitgegoten tussen vouwen
van glimmend zwart satijn
mijn dwalende blikken
glijden telkens op en neer
over je zachte roomwitte huid
en wijl het ochtendlicht
sterren verjaagt
blijf jij die zoete wijn
die door de jaren heen
enkel alleen maar rijpt
elke nacht weer
*********************
sunset 27-09-2018
rimpels van serene stilte
het park
waarin de avond uitrust
in ’t bonte lover
een vermoeide wind
speelt met bladeren
waait hen in portieken
als brieven uit het gisteren
‘waar wij zijn
is het altijd zomer’
fluister jij, en lacht;
‘waar wij zijn …’
begin ik
en zwijg wanneer sterren
zich neervlijen
en uit hun rimpels
van serene stilte
de maan opstijgt
teer geel licht
over herinneringen uitgiet
over ons, over het park
en over al onze jaren
*********************
sunset 28-09-2018
ik houd mij staande
dus houd ik mij staande
en open mijn hart
spreek het woord
dat niet geliefd is,
in deze dagen verbleekt
in getijden van tijd
en ik doorsta
eeuwen van ontkenning
heb slechts voor ogen
het uitbottend zaad
door jou geleid
tot aan de bron
omsluit mijn voel
opengebarsten wonden
opdat ingebedde kracht
vleugels ontvouwt
*********************
sunset 28-09-2018
jou, maar ook mij
letters dansen
op maagdelijk papier
branden beelden
in luisterende harten
bloed druppelt
met elk woord
in elke zin
zijn zoveel vragen
dit kind in mij
wil alles veranderen
hunkerend hopen
enkel liefde te voelen
kleine doden
lachen en wenen
reinigen mij
door hartstocht en verlangen
scheppen dromen
waar grenzen verdwijnen
helen misschien
jou, maar ook mij
*********************
sunset 29-09-2018
daarom!
jij bent
zo helder, rein
en toch
zo dikwijls al
geknakt
vertwijfeld
al ben je
hopeloos
lief ik toch
je rimpels
elke vouw
jouw ongelovig
vragen waarom
in al jouw tranen
valt het warme licht
breekt door
verborgen innerlijke
schoonheid
daarom!
*********************
sunset 29-09-2018
in ’t ritme van de harten
roep ik de sterrennacht
en weef haar in,
in ’t zilver van je haren
jouw naakte borsten, schoot
zij wachten mij
als zoete werkelijkheid
en ‘k pluk de eeuwigheid
die uit jouw ogen kijkt
en adem stil jouw adem
in ’t ritme van de harten
*********************
sunset 30-09-2018
vrouwe poëzie
zij draagt de ochtenddauw
onder haar voeten
naast vele regendagen
kijkt zij mij vrank en vrij
heel open aan
en aarzelt slechts
een fractie van seconde
waarin splinters van tijd
zich in het hart verschuilen
net als een zandloper
zijn zand afschudt
trekt zij zich langzaam uit
[haar borsten
’t rechter oog
waarna zij ’t naakte toont
van hagelwitte dijen
in het linker oog]
zet zich voorzichtig en zorgvuldig
op het witte maagdelijke blad
en baart zichzelf
*********************
sunset 30-09-2018