01 januari 2018 - nieuwjaarswens
gekker dan vandaag
beten mijn tanden nog nooit
in het vocht van mijn bloed
waarin het leven woont
het voelt als een voedzame maaltijd
uit aarde, hemel en licht
gekruid met een ruime portie liefde
- ja, vandaag wil ik de tijd kauwen
wanneer zij mij opslokt
bijt nog nooit gekker dan vandaag
in het daartussen
tot toekomstbloed
jouw mond vollopen laat
jij hunkerend leven ademt
*********************
sunset 01-01-2018
alleen al dat gevoel
door jou aangeraakt te woorden
is als het verkwistend blauw
van een stralende hemel
het is alsof ik zwem
in een door de huid schemerende zee
en midden tussen de gespiegelde wolken
jouw zachte liefdevolle hand
********************
sunset 01-01-2018
de maan als voyeur
in onze twee glazen
reflecteert wit de maan
dubbel in roemers
de jouwe, de mijne
ook kussen die dwalen
en sterren laten beven
monden die hen drinken
kuis tussen twee glazen
zoet vochtige tongen
die zich liefdevol neigen
in ’t kaarslicht de weg
naar verschroeiende lust
en eenzaam op tafel
twee halflege glazen
met daarboven in hemel
de maan als voyeur
*********************
sunset 01-01-2018
het houdt niet meer op
op zwarte hengst
’t gebronsde meisje
schemerend in ’t haar
reeds een grijze lok
toch gloeien nog
diep donkere de ogen
handen houden
wuivende manen
naakte enkels
persen het vel
lust-bevende golven
in wiegend galop
verlangen van lijven
dat het blijft duren
gelukstranen rollen
en houden niet op
*********************
sunset 02-01-2018
eens vlieg ik met jou (mijn eerstgeboren zoon)
’s nachts op een dier lijkend
ben ik ook struik
een boom in de dag
een meer in de middagschaduw
- onder de zon het gras
of ’s avond een kerk op een berg
waar leven in en uit gaat
een pastoor de metten leest
in deze wereld lief ik hem
moet ik manestraal zijn
en ook een deur in het duister
eens zal ik met jou vliegen
met de zwaluwen zingen
in ’t jaar dat mijn hart
weer maagdelijk rein wordt
*********************
sunset 02-01-2018
eerst in de ene, dan in de andere richting
raven snijden met vleugels
fluitende wind open
in scheuren van velden
zwarte raven zweven
schrille kreten
door tranende ogen
het jaar trekt draden uit stof
waarop zich paden banen
en alle woorden van mijn jeugd
uitgedroomd zijn
tussen dennentoppen slingert
losgetornde lucht
en ik tel bomen in een hemel
die boten laat neerdalen
in hen zwemmen gezichten
die mijn ogen hebben gezien:
geesten die het woud verlaten
plots zie ik een kleine witte veer
die in een plas naast het wildspoor valt
en daar in het rond blijft draaien
eerst in de ene, dan in de andere richting
*********************
sunset 03-01-2018
en zwijgt jezelf dichter mij nabij
ijsblokjes als gesmolten aanraking
eindigen in champagnekoelers;
jouw vingertopjes betasten ons
en hitte laat ons zweten:
water als element van onze lijven
alles laat zich schrijven op de huid
- jij kent de schemerige verhalen -
maar wij zeggen niets over jaartallen
want vandaag is er een nieuwe tijd
van adorerende sprakeloosheid
ik sluit alle ramen die uitkijken
op de straat en zwervers buiten
- de stad licht nog steeds helder op -;
niet iedereen die hier wandelt, zeg jij,
vindt zijn weg terug naar huis
en zwijgt jezelf dichter mij nabij
*********************
sunset 03-01-2018
waar begint de droom
jij vraagt of er nog wolven zijn
- beslist, en soms denk ik
‘k ben één van hen, nu nog als hond
en misschien dat ’t mij daarom ook
graag naar het oosten trekt
waar ik mij thuisgekomen voel
alsof ‘k hier ook familie voel
zo in de bergen en de sneeuw
alsof het rustige vlakke
door tentstokken hooggeheven
en iets in mij van hier gekomen is
uit deze bergen waarvan niemand weet
waar d’ aarde heengaat, het niets ten einde is
noch waar de droom begint
*********************
sunset 04-01-2018
seizoenen wil ik wakker schudden
wat ziet een vogel bij ’t overvliegen anders
dan schedels, hun naad en dromers, wandelaars
wanneer de ochtend na de nacht nadert
en over de zilveren eindstreep strompelt
afgronden grijpen dromen die over het vallen gaan
en over neerstorten vanuit heel hoge hoogtes;
in bleekheid zwemmen negen zwarte alpentoppen
bijna net zoals op een tekening en ik
ren tegen een idioot uitstekende rots, doe me pijn;
dit is ons nieuwe wij, geïrriteerd
door het blauwe gebabbel van de lucht
duizelig alsof onder deze aarde
nog een andere is die zich sneller draait
gewichtloos als bij de maanlanding
- ach lente, jij komt nu veel te vroeg
ik heb nog geen antwoord op jouw mimosa
de seizoenen wil ik eindelijk wakker schudden
*********************
sunset 04-01-2018
wat van en voor jou is
wachten doe ik
en daarbij wegzinken
in dagdromen
waarin ik jouw lippen
op mijn huid voel
tot zij gloeit
van ‘t vuur
van jouw hartstocht
en beeft
door de koelte
van het laken
onder ons
en altijd heb ik
de zekerheid
dat jij ongeduldig
liefdevol eisend
verlangend wacht
op dat wat van
en voor jouw is
*********************
sunset 05-01-2018
graven naar oude woorden
bij tijd en wijl
graaf ik onder al het afval
van mijn vermoeid logisch denken
naar statige oude woorden
zoals bijvoorbeeld:
muze,
of ook gratie
waardigheid
misschien zelfs eendracht
voorzichtig haal ik hen
uit het duister van mijn herinnering
tevoorschijn
buig hen recht
blaas al het stof van de vocalen
tot zij eindelijk weer beginnen te klinken
en zo goed als het gaat
rijm ik dan met hen
simpele verzen
en mocht het zo zijn
dat het lijkt of
ik doelloos in de verte staar
stoor mij dan niet
want ik graaf weer
naar mooie oude woorden
*********************
sunset 05-01-2018
driekoningen
vertel mij niets
over kometen
die over geboortes
schijnen
mij is het gloria
uit de hemel
en de wind jaagt
wolkenkamelen
*********************
sunset 06-01-2018
kuchen zich door de lucht
lachrimpels wervelen
bruisend om alle lippen
een zoete zucht
kust de hemel
in straatlantaarnlicht
*********************
sunset 06-01-2018
en ’t ik in mij
nog hangt de dag
met dunne draadjes
aan een nacht
die tergend traag
het licht verwerft
genieten wil ik
deze nieuwe dag
met melodieën
in mijn handen
slechts voelen
leven, liefde
en ’t ik in mij
*********************
sunset 07-01-2018
naakte bomen kraken
saploos in noorderwind
al schenken zij hoop
op nieuwe bladeren
binnen enkele maanden
deze winter rookt
alleen warme nevel
*********************
sunset 07-01-2018
wegvloeiende tijd
graag wil ik ’s winters
naar Rome gaan
waar niemand mij kent
een huis bouwen
in bomen aan de oever
van de Tiber
groene en blauwe vleugels plaatsen
als die van roofvogels
en zweven door lauwwarme nevels
van deze stad
’s nachts thuiskomen
mij laten vangen
door dat lijf van jou
- lendenen steken zo helder af
tegen het zwarte laken
als het wit van jouw oog
de baan van mijn lippen,
zelden versperd,
zal ik met vingertopjes gaan
mijn buit bekijken
lezen
op stenen staan
in snel wegvloeiende tijd
*********************
sunset 08-01-2018
jij praat steeds in mijn slaap (een ander liefdesgedicht)
gaan doe je niet
met wervelende vingers
en jouw verhitte ziel
wacht ik op
jouw warme adem
terwijl verlangen schreeuwt
als kraaien of anjers
en hekwerk wordt verbrand
jij gaat ook niet
omdat jij praatziek bent
maar met levende handen
laat jij mij wachten
slaak ik verouderde vloeken
omdat psalmen liegen
net als pauzen en hoeren
rein van hart
hun ziel met as gewassen
jij blijft ook niet
omdat je beslapen wilt worden
maar in de kern van jouw schoot
wacht jij op mij
galmen zelfs klokken
door zonde van het bloed
verhuld in onze lijven
ook al praat jij
steeds in mijn slaap
*********************
sunset 08-01-2018
er zijn geen winters meer
gevlekt de ochtend, hoe hij vanuit de nevel opstijgt
hoe ’t onder vloeiblad doorweekt, waterkleurig
over takken waaruit zich traag een twijgje pelt
nog zonder lijf strekt het zich uit, wacht tot het groent
nu knoppen zich reeds roeren, het sap al stroomt
vanuit een slaap die heel dees korte winter duurt
en ik beweeg heel traag mijn hoofd, de arm
ligt verwachtingsvol en openhandig op de tafel
ik proef de lente in ijsvrije lucht
*********************
sunset 09-01-2018
rood als je lippen
de zon schudt waterige stralen uit
naar ‘t jaargetij is het nu midden winter
en kleuren wangen rood
haar ogen staren in de mijne
waar ‘t hart ontwaakt, ontplooit
uitnodigend haar lippenrood
haar haar, de wind nu toevertrouwt
en haar lachen als een bliksemflits
verlichten ‘t duister; de maan bloost rood
wanneer zij knus mijn arm neemt
wij op de straat heel innig knuffelen
- liefde duldt nooit enige vertraging
al staat elk licht op rood
*********************
sunset 09-01-2018
tijd keert terug
in uren van de wind
rest er weinig meer
te zeggen waar
woorden zwaar
als stenen worden
aan de afgrond
van het leven
breidt stilte zich uit
streelt adem
eeuwig liefde
*********************
sunset 10-01-2018
in d’ ochtend zweeft de nevel grijs
ligt wereld nog verborgen
het lijken dagen van een herfst
de zon laat zich nog steeds niet zien
en maan groet stil de morgen
staat stralend hoog over de huizen
de velden en de wouden
en ik blijf mijmerend bij haar staan
laat mijn gedachten zweven
over haar komen en haar gaan
nog dreigt er vorst met kille hand
wil winter scepter heffen
wind waait koud bijtend door het land
en tergend traag breekt dageraad
het duister van zo-even
*********************
sunset 10-01-2018
de levenszee waarin ik ben
ik droom mij op het water van
de levenszee waarin ik ben
blauw zacht omspoelt het mij
een boot drijft traag voorbij
laat vloeien alle tranen weg
ik kan hen zeilen zien
gedragen door de wind van tijd
verdwijnen zij uit ’t zicht
in liefde groet de dageraad
en stroomt de hemel toe
een warm lachen straalt terug
omarmt de wereld nu
aan d’ horizon schijnt ’t eeuwig licht
dat ons weer huiswaarts brengt
en door de droom van verre tijd
klinkt ’t hemels lied van hoop
*********************
sunset 11-01-2018
eens moet het toch gezegd
vruchteloos opgehemeld
jouw gewijd ding
maar als het gaat het om jouw feest
is de geest vluchtig
zoals elk gebeuren
van jou in het geheim
opgewonden ‘t lijf
geen oog
voor de jaren
dringt jouw kaars
zich op
en jouw klokkenspel,
aan de ketting gelegd,
slaat twaalf-uur
alle hosties
in hun mond
zwaar geworden
hoog geheven lat
lalt dromen
in conclaaf;
in plaats van zegen
en kind
hef jij elke mis
uit jouwlijf
jouw sacramenten
in een bed gelegd
bloedafwaarts gericht
de lansstoot
op wangenhoogte diep
- knoken ook
gekroond door
eens goddelijke zalving
verstoft wat was
en ik beken
zweer af
jouw ongevouwen
en nat klamme handen
*********************
sunset 11-01-2018
moeilijk is het niet
het is midden winter
en ik ben water zonder schaduw
bij ‘t geopend venster
zul jij kou vatten
wanneer ik mijn woorden
een spleet verder open maak
met jou in dichterstaal spreek
zonder stilte te verstoren
het is niet zo moeilijk als het lijkt
het is alsof je kristalglas
aan een dun touwtje
over met keien bezaaide
stranden trekt
*********************
sunset 12-01-2018
ik hoor hun wenen (fijnstof waarschuwing)
stormwind scheurt
’t geschrift van de regen
van kale takken;
vanuit de kern van bomen
hoor ik hun wenen
als woorden die echoën
open ik mijn mond
als het hout achterlangs nadert
wortels zich tonen
en skeletten laten zien
twijgjes vallen op bussels wild gras
slaan blikken die mij verzamelen
schuchter neer;
spiegelende oppervlakten van plassen
zijn beschreven
wanneer ik erin kijk
blijft mijn gezicht liggen
onder woorden die mij omarmen
en met verdraaide stemmen
op mij lijken
*********************
sunset 12-01-2018
geruisloos snellen dagen
verdwijnen in verten der tijd
’s avonds het vluchtige licht
van niet te tellen sterren
in ‘t park de bomen in rook
van nevelende grijze adem
en daarna een nacht
waarin wij niet meer zichtbaar zijn
*********************
sunset 13-01-2018
liefde zal altijd het mijne wezen
zo veel rust hier dat ik verdwaal
ofschoon ik haar mij wenste
manestralen op mijn arm
voelen liefdevol en zacht
en ik vergeet de angsten, smart
het blanke licht schept leegte
die lokt in verte en ontvankelijkheid
voor de veelheid van werelden
ook al is het mijn nieuwsgierigheid
- in een aquarium vissen
en in hun oog cirkel ik
en smaak het koude bloed van kieuwen
zink en stijg weer snel omhoog;
ik zie de duiven in de bomen
mezelf als kind met naam die ik nog draag
en uit ‘t gebroken woord spritst licht;
het donkere haar, de blik in het gezicht
wou ik niets anders doen dan ’t leven
welkom heten met mijn zang
liefde zal altijd het mijne wezen
*********************
sunset 13-01-2018
de aarde opgeruwd en hard (uit: vroeger)
de hemel, grijs en bomen als behaard
met witte slierten, bijna zwart door sneeuw
alsof hun hout slechts schaduw is
de Stiemerbeek zij vloeit nog steeds
en op haar water kleine schotsen ijs
die drijven als zijn het zonneschijven
die zonder licht te geven, driften
over het nevelend dampend nat
leeg de weiden
aan elkaar gerijd door schrikkeldraad
en akkers opgeruwd en bikkelhard
*********************
sunset 14-01-2018
ijskoud de felle wind
tegen de ruiten
ijsregen snijdt
de voeten wond
vergeten bloeit de dag
in ’t avondrood
*********************
sunset 15-01-2018
ik lief mij diep in jou
zacht strelen vingers huid
op ’t ritme van de regen
open ik slaapdronken ogen
en zie jou boven mij
seconden later lig jij over mij
nog druipnat van het douchen
sluit jij de deur
en ook de wereld buiten
de ochtend is nog killig koud
maar wij zijn samen
en ‘k neem jou in mijn armen
jij kijkt naar mij, glimlacht warm
en laat mij zwemmen
in zeeën tederheid
tot in de verre einders
voel ik mij enkel leven
en ‘k lief mij diep in jou
*********************
sunset 15-01-2018
weldra
met winterwoorden zoek ik je
in het bevrorene, de sneeuw
het smeltende
en ook in ’t jubelen
van openspringende knoppen
op het meikoninginnen-feest
omarm ik jou
intens en fel
jouw liefdeszuchten
zetten mij in lichterlaaie
lente spreidt haar vleugels uit
en laat ons samen vliegen;
weldra
*********************
sunset 16-01-2018
de zon houdt mij voor de gek
alledaags deze natte wolken
die nog verwijlen in de nacht;
een plots aan de einder
klaart het droeve landschap
een weinig op
schemerend zwart staan bomen
geëtst op mijn netvlies
daken kleuren langzaam rood
in deze tijd
waarin alles nieuw moet worden
houdt de zon mij voor de gek
*********************
sunset 16-01-2018
tussen vier wanden
avondlijk zwijgen
en dan dromend over velden kijken
weiden en akkers zien
na rustbrengend wandelen
reeds nachtslaap moe
nevel van schoenen vegen
en aan de hemel
voortrazende wolken nakijken
kraaien horen krassen
naar het fluiten van de wind luisteren
en tussen vier wanden
het alledaagse van wollige dekens
naast verloren idealen
zielensmarten
en geween van ’t hart
*********************
sunset 17-01-2018
jij laat zelfs stenen bloeien
de blinkend gepoetste dag
kent enkel slechts de triomf
van een ondergaande zon
afscheiden zijn reeds lang
diep gekerfd
in scheuren van mijn hart
en in struiken
rekken zich godsaanbidders uit
verslinden hun eigen liedjes
jouw stappen
komen steeds dichterbij
laten stenen bloeien
*********************
sunset 17-01-2018
het droeve gisteren
in diepe kerkers
verstopte woorden
verloren in zwijgen,
verdrongen, vergeten
nu dwaal ik
tastend, zoekend
door het droeve gisteren
kraaien krassen,
hakken uit rotswanden
versteende tranen
die nog altijd
op verlossing wachten
*********************
sunset 18-01-2018
het volmaakte stilleven
op het einde bereikt wanorde het perfecte
lost spraak op in muziek van de wind
en ontvouwt chaos zijn schoonheid
tussen geëvolueerde wervelstormen
wordt de wereld samengeperst in één enkel beeld
water, horizonten, metropolen staan stil
het volmaakte stilleven
*********************
sunset 18-01-2018
ik heb op wonderen gewacht,
kreeg enkel dromen
- nachten blijven,
afgezien van blauwe rozen,
zwart
iedere stap brengt mij
van ‘t graf naar ‘t graf
en alle dagen
verroesten in het niets
*********************
sunset 19-01-2018
altijd al
vang de regenboog
jij verregende ochtend
wek de zon en loop
over alle intense kleuren
misschien zie je dan
de nacht eindelijk onder gaan
[ik verstop me in een koffer
vol met kussen en tranen
en pijnen vanuit mijn jeugd]
jij ziet de stad
en ook mijn straat
en alle verhalen
over liefde en dood
van het leven dat ik leef
ik zeg je dat ik haar lief
ondanks mijn angst
eigen grenzen te overschrijden
lief ik haar
zoals zij wel weet en wist
en dat altijd al
*********************
sunset 19-01-2018
in slaap gewiegd
ik drink gedichten
ook al schrijf ik cola
op mijn winkelbriefje
[wanneer niemand het leest
zal de dag vandaag
geen woorden nodig hebben]
onder mijn schrijfsel
een reactie:
dank je wel;
ik zou je graag
gedrukt in een bundel zien
al heb je nog wel
een hele winter tijd
en al zijn
de meeste van je verzen
ergens wel zwoel
later lig ik in mijn bed
te luisteren naar
het tikken van regen
tegen ruiten
het eentonige gefluister
wiegt me in slaap
*********************
sunset 20-01-2018
Erzgebirge, december 2017 (uit: vroeger)
sneeuw ligt op takken, weiden en akkers
men zegt dat je hem zelfs kunt ruiken
- ik ruik alleen verdord gras en aarde
gisteren lag hij reeds kniehoog op de grond
op straten, velden en op alle daken
- misschien ligt mijn vader, broer er wel onder
zelf zie ik af van lange wandelingen
houd mijn op tussen kamer en café
en drink daar gloeiend hete Glühwein
door ’t raam kijk ik naar vallende vlokken
blijf in contact met de sneeuw
ontwaak er morgenochtend in
*********************
sunset 20-01-2018
en oevers zich verenen
Ik ben jou
op jouw wiel gepind
waarmee jij
kleinste rondjes trekt
de schaduw draagt
mij in ‘t geheim
en uit de stilte
groeien wij
tot aan de rand
waar zich mijn zijde
scheurt
en oevers zich verenen
*********************
sunset 21-01-2018
waarop ik dans
jouw pad neem ik
in mijn geheugen op
donkere weiden
liggen achter ons
ik hoor gefluisterd woorden, zacht
als is ‘t een heel vaag spoor
waarop ik dans
in ‘t eeuwige vergeten
*********************
sunset 21-01-2018
begrepen heb ik het nooit [uit: vroeger]
zacht wenen mijn stappen
en plots sta ik voor het huis
vanuit de staldeur
praat een mij onbekende man
en de altijd maar zwangere vrouw
sleept zich door de tuin
de maan staat heel dicht bij mij
[als te vroeg groot geworden kind
plukte ik ’s avonds sterren
en ontwaakte in liefdeloze dagen
- begrepen heb ik het nooit]
*********************
sunset 22-01-2018
voor de krassen op mijn ziel
neem mijn vingers
in de mond
schud sterren
niet van mijn schouders
laat langzaam aarde
tussen mijn tenen
heel warm worden
onder de rand
van mijn vingernagels
ontstaan nieuwe dagen
liefdevol gevoel
balsem voor alle krassen
op mijn ziel
*********************
sunset 22-01-2018
geworteld in eeuwig verlangen
met jou overvloeien in het niets
omgeven door sluiers van de nacht
uit het diepste van onze liefde
krachtbronnen scheppen
in harmonie met onze harten
de naderende dag tegemoet treden
geworteld in dat eeuwig verlangen
naar het land van onze dromen
*********************
sunset 23-01-2018
soms verlies ik grip
verwisseld zijn
dag en nacht
vogel en worm
schaduw en licht
vreugde en kwel
een scherpe pijn
snijdt mijn mateloze
ziel in repen
en vlecht daarmee
een kleverig net
ik ben verstrikt
in mijn eigen
filigrane draden
omringd door
zwervende splinters tijd
en ik, ik kan
hen niet grijpen
*********************
sunset 23-01-2018
starend over de zee
zand, bleek
fijngewreven rauw
liggend voor ogen
jij, breekbaar, grauw
als mond de kern
paarlemoer
eindeloze verten
wit wiegend golvenland
in schuimgetijden
blauwalgen stil
vollemaan glijdende reis
dolfijnens nachtgezang
diepzeeduikers droom
zeeschuimgezichten
lachruimtes in ‘t licht
*********************
sunset 24-01-2018
en ik leef mij
verwonderd kruipt
de ochtend uit de nacht
gisteren zijn hemel
een grijs wateroppervlak
ik lief ’t totale
ook dat wat mij verdriet
en ‘k zie
het mooie naast het vale
een koude wind
trekt mij vast aan zijn borst
verstrooit de dag
in schemer van de avond
en ziltig rollen
golven af en aan
het water sluipt stil nader
likt reeds aan tenen van de duinen
en ik leef mij
*********************
sunset 24-01-2018
wij hunkeren hongerig elkaar
bed-afwaarts sluipt de diepe liefde
dons prikkelt als overmoedige bijen
die na het overwinteren hun pels
glanzend wrijven, verstoppertje spelen
in verhitte lendenen
snel , snel, nooit wordt het bloed heter
onweerstaanbaar vlinderend fladderen
beweegt wild onder de lakens
mijn vlees wordt zwak
het kloppen van mijn razend hart
verdrijft de ochtendlijke stilte
zweet schrijft zich op onze blote huid
als zonnemelk op ‘t hete vel
sluit deuren en vensters
steek kaarsen aan
en plaats hen langs jouw ontwaken
lakens-vochtige duiven vliegen uit
laten insectenlansen steken
en wij, wij hunkeren hongerig elkaar
*********************
sunset 25-01-2018
dode ogen
in vluchtende ogen-
blikken spiegelen de lichten
van een stad in een fakkelend verlangen
naar thuiskomen
bossen irissen, glasparels-blauw
drijven wenend tussen hallucinaties
van slapeloze vissen
- of misschien ook wel niet
enkele druppels licht
wisselen warmte af
met bitterkoude plekken
in een brede stroom
op de oever, hoge huizen
met in heldere vensterkaders
dode ogen van bewoners
*********************
sunset 25-01-2018
nog steeds kan ik niet slapen
mijn avondlijk gezicht
stal ik uit in ‘t raam
en voor de maan
een waterschaal ernaast
er ruizelt sneeuw
over mijn naakte huid
en wolken komen, gaan
‘k kan naar beneden kijken
tot in het park, rechtop en zwijgend
staan de donkere stammen
van de naamloze bomen
en op de paden blinken
stenen, kiezel en dies meer
of liggen hier misschien
tig dromen al begraven
het is diep in de nacht
en ‘k kan nog steeds niet slapen
*********************
sunset 26-01-2018
hoe ik je fantaseer lief, nog steeds
stil zing jij jouw lied
tegen de stenen
en ‘t echoot mij
in mijn oren;
een pauwenoog
danst blootvoets
liefdesvluchten,
verspilt geen tijd
honden wekken
ons met hun geblaf
zij dulden nooit
‘t gelach van
vuurvliegjes
in warm-koude nacht
en in de geur
van een nimmer
geplante jasmijn
waait mijn fantasie
in lokkende wolken
wandelt met hen mee
naar nieuwe horizonten
vertelt daar ons verhaal
de golven delen het
met zeeanemonen
die het verder doorgeven
aan de eerste zwaluwen;
zwevend in ’t ochtendrood
verkonden zij ons lied
en aan jouw lijf
kleven verstolen
zachte tinten:
rozenrood op lippen
droomstof aan voeten
en doorheen je haar
vlecht zich het tedere
van een blauwdistel
lief, ik heb je zo lief
*********************
sunset 26-01-2018
nog is het niet lente
in nachten waar maanlicht
tussen donkere twijgen
bizarre patronen tekent
met op de grond een deken
warm-houdende bladeren
is er nog geen vermoeden
van lente, van nieuwe sappen,
breken onder schoenen
broze takjes als knoken:
voedsel voor het komende
ik moet mij zetten, rusten
om mij voor te bereiden
op het bruisende leven
dat mij, onvermijdelijk
weldra weer zal overspoelen
*********************
sunset 27-01-2018
steentjes rollen
bergen af in rivieren
stroomafwaarts
blijven zij in koele
schaduw liggen
rusten zich uit
opgeraapt en in
de mond gestoken
smaken zij soms zoet
*********************
sunset 28-01-2018
stel het je voor
mijn schetsen tijdens dode uren
zinloze anagrammen van jouw naam
lettervolgend aan elkaar geregen
als is het een test
maken namiddaglicht af
kappen de tijd in twee
stel het je voor:
ik, papier tussen mijn vingers
bij het bladeren de bewegingen
van mijn handen
van mijn lijf
met de jouwe als as
versies van jou
pasen bij geen enkel beeld
van leven dat door vingers glijdt
onze lijven simpel beeld
dat uiteindelijk
geen beeld meer is
enkel slechts wij
*********************
sunset 31-01-2018
minder dan een handvol
uiteindelijk wordt het geleefde
in ’t vuur stof dat omhoog wervelt;
daarom: laat de warmte van jouw lach
bij mij en als cascaden stromen
in mijn hart
en laat jouw kus bij mij
die als een aardbeving
mijn hart door elkaar schudt
maar ook jou strelende handen
liefdevol warm in de mijne
laat het zachte van jouw woorden bij mij
en aan je bevende lippen leven ontspruiten;
jouw blik, jouw vuur, onverklaarbaar
jouw regen in stromen,
laat dit alles als brandmerk bij mij
en wanneer jouw ogen zich ’s nachts sluiten
begrijp ik
bij elke wimperslag:
leven zonder hartstocht
is nog minder dan een handvol
*********************
sunset 31-01-2018
.