en bont als …

van daar waar grijs tot wit het zonnelicht
op heldere huizen reflecteert en jou
een ochtendblauw neerzet in ‘t raam
daar breekt de hemel open, wordt het dag

ook op jouw huid, zo smetteloos blank
alsof doorzichtig en niets meer dan enkel
licht als warme windvlaag in een zomer
gewaaid en kleuren in een beek geweefd

tot naar een bron die uit de bodem springt
het vochtig gras voorheen in regen
nu met kristallen kleed bedekt
in kleurenspel elk wit ontstegen

en bont als …
*********************
sunset 06-10-2019


alleen over vrede

lege handen
droefheid in ogen van moeders
des kinderen slaap die niets weet
van eender welke strijd

vol smart de wereld
verstikt in bloed en dood
wat wij niet overwinnen
wordt 't lijden van de jeugd

zou ik een krekel zijn
ging mijn lied over bloemen
maar ik ben maar mens
zing alleen over vrede
*********************
sunset 07-10-2019


de avondster, hij straalt en zwijgt

dagen lijken op elkaar
wanneer zij door het duister sluipen
en nacht naar binnen duistert
het eerste licht breekt uit de maan
die langzaam, traag verschijnt

zoals de zon op zonnedagen
gevangen in een lucht die glinstert
en op het wateroppervlakte valt
dat fluisterend ligt te wachten

zeilen trekken stilte met zich mee
alsof zij los nu schijnbaar zweven
ver weg naar buitengaats, naar horizon

daar wordt de kleine nachtmuziek een lied
in manestof die zacht de golven wiegt
en roodgeel uit het vuur opstijgt

de avondster hij straalt en zwijgt
*********************
sunset 09-10-2019



het weer is onveranderd

… … …

en ondertussen
de vermoeidheid
weggeslikt

voor de verkoudheid
thee getrokken
van verse bladeren munt

daarbij donker
volkoren brood gekauwd
nog altijd hard krokant

zó dat zelfs kruimels
tussen tanden
knarsen
*********************
sunset 12-10-2019



soms bedriegen ze mij

de dagen stromen in het land
laten hun sporen na
nachten leven verder
ingesloten tussen de steden

sprookjes begeleiden
de kinderen door hun dromen
net als jouw zacht fluisteren
mijn slaap omarmt

reeds is de sterrenhemel
rijkelijk beschreven
over wat hij zoal
over ons moet weten

en ik speel verder
met mijn voel en gedachten
soms bedriegen ze mij
en dichten enkel het gisteren
*********************
sunset 13-10-2019


gedichten schrijven

het is als een honger
gedichten schrijven
die het zijn van de wereld
in zijn binnenste toont

’t is als mezelf
van pijnen bevrijden
die mijn lijf ondergraven
als een ploeg de aarde

ja, ik weet,
hunkering naar waarheid is variabel
en wie geeft zich niet liever over aan leugens
die hem tevreden stelt

ik, wetende,
kijk de wolkenzee na
die rustig achter
een schemerende einder

verdwijnt
*********************
sunset 13-10-2019


al wat ik wil vergeten

[‘k wil een wisselkind worden
een andere God zoeken
die kleiner en verder weg is
in de wasem van mijn geest

dit pad doodt al mijn zinnen
wanneer ik de dunne draad opneem
mij doorheen het struikgewas graaf
tot diep onder de distels van dit leven]

rusteloos klinken zijn stappen
een tas met brieven om zijn schouder
en spinnenwebben achter zijn oren
zo komt de wetende in onze stad

droef warm zijn blik
wanneer hij mij aanspreekt
mij bij mijn arm grijpt en fluistert
dat ik medelijden nodig heb

het lijkt me bijna dat het om hem gaat
in de nieuwsberichten die ons waarschuwen
voor dat de vrolijkheid weer losbarst
ook al vergeet ik te dikwijls die momenten

enkel zijn doorleefd hoofd
met zijn vlammende oogopslag
blijft mij als een standaard foto-opname
een geschenk zonder enig lonend resultaat

ik tel de littekens en wacht
al hoef je niet te denken dat alles helder wordt
wanneer hij eindelijk spreekt
en zijn woorden als mieren je overstromen

ondertussen tuur ik naar regenzwangere wolken
zoek, zoek in mijn eindeloos verlangen
naar vredige lege oorden
voor dat ik besef dat hij ook over anderen praat

en dat het bonzen in mijn hoofd
enkel het heimwee van mijn pijnvol hart is
*********************
sunset 14-10-2019



al is het maar voor even

ook deze dag insinueert slechts een hemel
die enkel maar voor de helft open is
- de andere helft is nog steeds bedekt -
en ik overweeg om alvast een rondje te lopen

jij hebt steeds gezegd te jutten bij slecht weer
omdat het zich dan werkelijk loont
daar de wind het wrakgoed naar oevers drijft

en ook de vliegers hoge wendingen laat dartelen
de meeuwen tonen dat wij net als zij vleugels hebben
ons aan de aantrekkingskracht kunnen onttrekken

al is het weliswaar maar voor even
*********************
sunset 15-10-2019



spraakverloren stom
mij overgevend
aan het herinneren
met jou

draagt toch
jouw spoor
het verleden
en vermoedt enkel
wederkeer
van het leven

niet eender
en nooit verloren
ligt steeds in jou
de verandering
in de drang
om te zijn

in het grove
klein en fijn
maar altijd
nieuwgeboren
*********************
sunset 16-10-2019


de schijn bedriegt

de nevel hangt net als de straatlantarens
wijl kinderen huppelend door de regendruppels lopen
met ontbloot hoofd en zonder enige schermen
en zingen wat niet is: geen maan, geen sterren

en zeker niet de zon, die valt niet te bekennen
de kaarsen flakkeren in hun lampions
en aan de deuren klinken bellen

als lange ketting zweven nog de lichtjes
en bladeren dansen vallend om ter snelst
willen de aarde als humus toch verrijken

[de oude man, de dood trekt aan zijn sigaret
zijn schaduw valt heel gruwelijk over steden
de oogst is groot, er zijn er ook zo velen]
*********************
sunset 16-10-2019

wereldvreemd

aan het strelen en beven
zijn tedere handen
veranderen plooien en rimpels
van wereld en wetten
raken verstrikt

wat in het Middellands zeegebied gebeurt
blijft daar hangen, verzinkt
tot het sterft
zelfs geen vissenvoer meer is
maar enkel storend, illegaal
maar gelukkig onherroepelijk dood

op het einde zijn het
de regels die zich naar de toekomst branden
een snijden hier, een ploegen daar
voorbij de maan tot Mars, tot oorlog
- de jeugd spijbelt, voert klimaatprotesten
om de toekomst te redden

aan het strelen en beven ligt het niet
en ook niet aan het zoeken
naar een minimale spoor van vrede
wanneer maden uit magen kotsen
zonnestralen weer een nieuwe oude dag aankondigen
van zelfbehagen, lichaamswarm

en wereldvreemd
*********************
sunset 17-10-2019

vannacht
golft de zee
met zwarte koppen
helder in schijn
van de hemel

de straat,
overstroomd door het duister
draagt niemand meer
- naar huis
wil elke ziel

sommigen zoeken,
nog steeds
*********************
sunset 18-10-2019


gisteren, vandaag, morgen

tijdens het betreden van onbekende paden
vergeet ik soms eenvoudig verder te gaan
verlies mij in het aanschouwen van het heden

om even later beschutting te zoeken voor de resten
van stortregens van dagelijkse onheilsmeldingen
onder een veilige scherm het heden te ontvluchten

en te dromen om in een ton over zeeën te drijven
met onder mij alle verzonken schatten van gisteren
en voor mij de verlokkende stranden van morgen
*********************
sunset 18-10-2019

 

droom-vervuld
gestild in ’t vloeien
lichaamsloos vrij
één met de stroom
die koelend doordrenkt

ruimte-verlangend
waant elk van ons
zich in de ander
te verliezen

ontwaakt in ‘t uur
het laken, onhoudbaar heet
in niemandsland
de vloed
*********************
sunset 19-10-2019


wat een verwondering

alsof het een droom is
zo blijft de ene stil
en wordt door zwijgen wijzer
- het trekt mij aan en stoot ook af

vanuit ‘t gevoel
beef, leef
- zeg jij -
en vloeit in ’t nu
vanuit jouw lenden in mijn zin

wat een begin
en een verwondering
als zich de één in d’ andere wil
in slechts een enkele ademteug
*********************
sunset 19-10-2019


zondagse ochtend in mijn herfst

nog ligt nevel
over de stille ochtend
blijft op de wegen
het waakzame spoor
- in klank van klokken
en een vage schijn
ontwaakt de dag
in het unieke zijn

vraag, en ik zwijg
in het ritselen van lover
- voor het nu verloren
maar morgen weer herboren
weet ik om deze tijd

het is nu niet meer ver
*********************
sunset 20-10-2019


jou voel ik nog altijd

nog voel ik jou
en streelt jouw adem mij
en ook je warmte
gaat met geborgenheid gepaard
waar jij mij door
het nachtelijke draagt
drijvend in dromen
tekent de liefde onze dagen

nog ik voel jou
in ochtenden en avonden
zelfs in mijn winter
al wordt het nu wat vager
*********************
sunset 20-10-2019


mijn liefste bekleedt mij met warmte

mijn liefste bekleedt mij met warmte
fluistert intiem een zacht beven
als zoete verleiding in mij

steeds een hunkerend verlangen
in ’t aanhoudend liefdevolle strelen
en elk niet gesproken woord

zingt daar intens steeds het leven
die door de zinnen vloeien
tot diep in haar wachtende schoot

de wimpers een weinig geloken
in ’t weten van liefdesvertrouwen
sterf ik de kleine dood

mijn liefste bekleedt mij met warmte
*********************
sunset 21-10-2019


en ik draag zonder ijdelheid

hoe ik, nu reeds, lente vermoed
in haar bevestiging van het leven
het tijdloze al lang vergeven
ontspruit uit winterarme hout
bonte kleuren in het alledaagse leven

zo draag ik zonder ijdelheid
als was ‘k een wijze harlekijn
het helder lichte in mijn zin
en open al mijn aderen wijd
bij telkens weer het nieuw begin

verloren lijkt de herfst en wintertijd
*********************
sunset 21-10-2019


nachtwake

Het is net nog geen morgen. Een lichte vlek grijs kruipt traag over de zwartheid van de nacht. De gejaagdheid van de amper zichtbare wolken, die elk voor zich een onbereikbaar eindpunt nastreven, toont de geseling van de wind. Met kracht omvat hij de donkere gebouwenblokken, wurmt zich tussen hen in en speelt met het vergeten straatafval. Met gierende uithalen van zijn bulderende stem, kroont hij zich de alleenheerser van de nog doodse, stille straten.

Plots, zoals het openen van de ogen na een diepe slaap, gloeit er een eerste licht op. Daar, driekwart verder de straat in, ontwaakt een kantoorgebouw, begint laag na laag, aanstekelijk te branden in volle glorie.

Langzaam overwint schemer de nacht, brengt de stem van de wind andere geluiden met zich mee: Het ronken van de straatveegmachine, getoeter van auto’s. En, afstekend tegen het ontluikend ochtendlicht, zwermen de eerste dagjesmensen uit over de stoepen. Eerst nog langzaam, zoals de aanzet van een regenbui, om daarna in een onverzadigbare stroom, bezit te nemen van de staat.

Als een vloedgolf stort zich een kakofonie van geluiden uit uit over mij, laat ik mij doelloos drijven op de stuwkracht van de wind.

Mijn nachtwake zit erop.
*********************
sunset 21-10-2019


als elfjes dansen nevels in mijn zacht ontwaken
vluchten mijn droom in ’t zelfde stil moment
al blijft ’t vermoeden in het sluimerende wachten
en in mij altijd nog een wonderlijk verlangen

ach, zou de herfst mij broeder zijn en nacht een vriend
hoe durfde ik dan door het schemerige reizen
maar zomer in mij zal mij nooit ontvluchten
omdat het licht en schaduw altijd in zich weet
*********************
sunset 22-10-2019



vuur, maan en aarde

’t geweld smelt in het vuur
met duizend kussen, zo fel
verbrandt visioenen

en maan, zulk teder licht
verdwaald en zachtjes neergedaald
doet zeer aan d’ ogen
nu deze nacht te wreed
illusies toch heeft omgebracht

al schept het beeld van aarde
zuivere vreugd’:
een bloem, zoet geurend in een bries
kinderen die lachend spelen in hun jeugd
- de wereld schept
slechts banden van verlies
*********************
sunset, ergens in 1994


brief aan mezelf [Uit: vroegere tijden]

hallo Ingo

Eigenlijk was ik best tevreden met mezelf, had ik alles voor elkaar. Keurig gezinnetje, redelijk inkomen, het gevoel op een egaal laag pitje gedraaid. Buiten het weer zou en kon niets mijn evenwicht verstoren. Tot zij in mijn blikveld verscheen.
Vanaf het moment dat ik haar zag, werd alles anders, wat geweest was tot niets herleid. Niet dat dar aanleiding toe was. Want in mijn gevoelsmatige sprakeloosheid zou ik het beslist niet wagen om contact te leggen, haar rechtstreeks aan te spreken. Ik wist alleen, toen en later, dat niets meer hetzelfde was, kon zijn. Alleen al het denken aan haar, deed een orkaan van tegenstrijdige gevoelens in mij losbarsten: hoop, verwachting, angst, twijfel. En dat met een dergelijke intensiteit, dat ik constant met verhoging rondliep.
Het was alsof ik vanuit nevelige herfstmoerassen de mooiste voorjaarstuin inliep; vanuit de ergste nachtmerrie overgegaan was naar de zoetste droom. Ik, die burgerlijk was gestorven, kreeg, voelde een nieuwe geboorte van mezelf.
Het maakte mij bang. Wat moest ik ermee. Mijn levensfilm was toch reeds in productie, afgewerkt. En nu bleek het eindproduct plots niet meer te kloppen. Het scenario bleek fout, de tegenspelers verkeerd. Kortom, de hele investering was een complete miskleun.
Op dat moment, op het moment dat ik sinds lang weer kon zien, begreep ik dat je, je geboorte nooit zelf in handen hebt. Dat je telkens en telkens weer opnieuw geboren wordt in je gevoel. Dat je beslissen kunt, moet of je jou nieuw geschonken leven aanvaarden wilt. Want er omheen kun je niet.
Nu ik dit schrijf, heb ik reeds enkele stappen gezet in mijn x-te leven. Kijk ik weer vol verwondering om mij heen. Ruik nieuwe geuren en voel weer ongekende dingen. Merk weer dat mijn hart klopt en mijn bloed stroomt.
En zoals de lente de flora uit haar winterslaap roept en behoedt voor het definitieve sterven, zo heeft zij mij weer tot leven gewekt.

Tot schrijvens
*********************
sunset 23-10- 2019


de schemer van een weten

volg ik jou doorheen jouw dromen
loop zacht jouw ademen achterna
leg ik op alle duistere creaturen
die ooit de smart in ‘t leven brachten
de lasten, al zijn zij nog zo zwaar

mijn door de nacht gedrenkte lenden
berg jij beschermend in jouw schoot
het is jouw liefdeswillen, niet je lot
het duister steeds weer te bestrijden
opdat ik rust vind in ‘t genot

en als de ochtend elke geraas dan stilt
en mijn gelaat op donzen kussens
zich siert door rimpels van mijn leven
waarin verscholen toch nog elke strijd
blijft jou de schemer van het weten

ons leven is door liefde rijk gevuld
*********************
sunset 23-10- 2019

struisvogel(politiek)

de tijd gewist
in stukjes gebarsten
de hals zit dicht-
gesnoerd, sneeuwwit
en zwart
gestorven
in bloedrood
- de tijd is dood

het ijs
gesmolten
verdwenen
in vervulde tijd
de zachte zomer
die ik voelde
verscheurd in dunne
papieren reepjes

geen zinnen meer
vol vreugde
de mensen
eindeloos
zonder erkenning
nieuwe gezichten
in de massa
bijeen geperst

de eigen wil
zonder kansen
nihil in ‘t wijde niets
gedrukt, verstikt
onwetend
niets vermoedend
en allen reeds
verloren
*********************
sunset 24-10-2019


opdat jij ’t nooit vergeet

vandaag schijnt de zon
zo dat bomen
hun kalende doornatte twijgen
drogen kunnen

ons huis wordt gedragen
in na-zomerse lucht,
door een blauwe wolkenzee
omspoeld

ik zing jou de hele nacht
twee simpele tonen
opdat jij nooit vergeet
hoe liefde eeuwig voelt
*********************
sunset 24-10-2019


‘k vind amper nog de juiste woorden

ooit ploegde ik de bodem van de fantasie
toverde dichterlijke wonderbaarlijke beelden
fluisterende, luide en soms klagende poëzie
vanuit mijn diepste innerlijk

stil sprankelend zacht edoch ook geiser-sterk
soms sluipend licht, soms ook verscheurend
ik kleurde zinnelijk voelbaar al mijn werk
liet elke pijn verwelken

’t was vroeger dat het onweer snel verdween
ik uit elk dal kroop slechts op eigen kracht
nu vind ik amper nog de juiste woorden
verzink in diepe donkere nacht
*********************
sunset 25-10-2019


het begin (wordt vervolgd)

Rinus Vlaanderen, 46 jaar, man.
Kindvriendelijk – eigenzinnig – alcoholist – kettingroker – draagt steevast een schipperspet en speelt in zijn vrije uurtjes mondharmonica.
Bij overmatig drankgebruik lichtjes rood aangelopen met guitige, waterige ogen. Twee schoppen van handen en toch slank, pezig gebouwd. Door het kettingroken een bruingeel gebit naast een slepende, ietwat slingerende gang. Een gebronsd, met rimpels doorkerfd gelaat met op het voorhoofd reeds terugwijkend haar.
Getrouwd met een buitenlandse met vier kinderen. Later kwam daar nog een half elftal bij.
*********************
sunset 25-10 2019


grijs op grijs
tekent de tijd met brede streken
de eindigheid
van het bonte leven

grijs in grijs
verstoffen onze
dikwijls beleefde, vertelde
gelezen verhalen

staan wij ons tegenover
zoals altijd al
en herinneren ons
- gelukkig
*********************
sunset 25-10 2019


de zon gaat onder
op altijd groen ijs
strijken kraaien neer

mij komt
licht als lucht
de oudste taal terug

en nachten draagt sterren
wijl ik inwaarts keer
naar het beeld van beiden:

het hier en de eeuwigheid
in een onuitputtelijke zwijgen
*********************
sunset 26-10 2019


het fragmentarisch verhaal van een jeugd 

de stiefvader

Hij had jaren als kustschipper gevaren. Vrij als een vogel, flierefluiter die hij was. Nu, op zijn 46 ste zag men zijn uitspattingen zich over zijn hele gestalte uitbreiden. Drank, voornamelijk drank, en in mindere mate vrouwen, waren de oorzaak van het verleppen van de voormalige schone jongeling. Alhoewel, hij woog nog steeds maar 65 kilo voor zijn 1 meter 80. En zijn haar was, voornamelijk op zijn voorhoofd, nog maar lichtjes op de terugtocht.
Hij had het toch maar getroffen, nu acht jaar geleden. Want na al die jaren, reeds door iedereen opgegeven, toch maar thuisgekomen met een pracht van een vrouw. Acht jaar jonger en een temperament …
Haar vier kinderen, waarvan de oudste achter bleef in het verre Duitsland bij opa en oma, had hij er graag bijgenomen. Wie had ook kunnen vermoeden, toen dat zijn huwelijk zo vruchtbaar zou zijn dat er kinderen bij kwamen als van de lopende band. Nou ja, bij hem thuis waren zij ook met zestien.
Hij stak zich een volgende sigaret aan. Belga, rode Belga. Al jaren zijn merk. Een echte pittige sigaret. Pittig zoals het leven, zoals zijn vrouw. Een glimlach verscheen op zijn gelaat. Eens kijken waar Rinus nu al terecht kan. En tastend naar zijn mondharmonica ging hij fluitend op weg.
*********************
sunset 26-10-2019


tot zij ons eeuwig draagt

met vranke blik
mijn stap van mij naar haar
zij is, en zo ben ik:
gewicht en ‘t ijle

ik groet haar met een wimperslag
zij wenkt terug
met elke hartklop schep ik de tijd
voor haar; en zuivere lucht

met elke ademteug voor mij
een troost
en niet een beter weten,
beiderzijds

het dode hebben wij in ’t graf gelegd
een eerste pas in deze liefdeszee
laat ons nog beven
tot zij ons eeuwig draagt
*********************
sunset 26-10-2019


tot zij in bloei staat

wanneer het lawaai van de wereld
verder getrokken is
lieven wij ons

bij het ruizelen van bladeren
omarmt zij mij
en streel ik zacht haar huid

tot zij in bloei staat
en ik haar helemaal
in mij inadem
*********************
sunset 27-10-2019


zolang ik adem

op mijn dakterras
zit een ekster
aan de rand van mijn blikveld
wijl ik mediteer

zwart, witte dief
die misschien
[of ook niet]
metgezel is van de dood
- al is dat waarschijnlijk een mythe

zolang ik adem
jij mij en ik jou aankijk
delen wij dit moment
zonder uit de tijd te vallen
*********************
sunset 28-10-2019


dagen van onzekerheid

Ondertussen woonden we met het hele gezin in de Hooiopperstraat in Termien, Genk. Een nieuwbouwwijk met sociale huizen voor grote gezinnen: Vier slaapkamers, een grote leefkamer, badkamer, W.C. en een keuken. Mét zolder en tuin. Al diende de tuin nog wel rijp gemaakt te worden om er eender wat in te platen.
Wij de eerste bewoners. En het eerste wat mijn stiefvader Rinus ons opdroeg was om zwarte aarde met emmers aan te slepen om de zandwoestijn van een tuin vruchtbaar te maken. Nou, dat was een hels karwei kan ik je verzekeren. Mijn enkele jaren jonger broertje – ik denk dat ik iets ouder dan twaalf was toen - en ikzelf hebben wat afgesleept in die dagen. Maar langzaam werd de woestijntuin omgetoverd tot een vruchtbare oase.
Wat wel bleef was mijn enorme eenzaamheid gepaard met een irrationele angst voor het donker. En mijn hunkering naar warmte, liefde. Mijn adoratie én nieuwsgierigheid voor alles wat vrouwelijk was, was er ook nog steeds.
in die tijd had mijn moeder diverse hartsvriendinnen die regelmatig thuis op bezoek kwamen. En sommigen brachten hun dochter of kleindochter mee. Zo leerde ik haar kennen.
Zij, een klein mollig meisje van mijn leeftijd [indien ik me goed herinner] met werkelijk een knap engelachtig gezicht, stevige volle borsten en een lieve, ontwapende glimlach die mijn hart deed smelten. Ik viel voor haar als een blok.
Als zij er was, konden wij uren op de wilde berm zitten achter ons huis – de wijk lag in een zonk en de Hooiopperstraat was de eerste straat van de wijk – en vertelden aan elkaar onze problemen en jeugdige verzuchtingen. Want net als ik, had zij dat gevoel van eenzaamheid dat altijd haar metgezel was. Al lag de oorzaak van dat gevoel bij haar eerder in het verstoten worden door andere kinderen wegens haar volumineus figuur dan door een hunkering naar liefde, warmte. Want dat kreeg zij thuis, gelukkig, meer dan voldoende.
Op een zomerse avond zaten wij, zoals zo dikwijls, op ons verborgen en geheim plekje op de opgehoogde berm. Ik weet nog dat het al laat was want de maan scheen en de hemel was bezaaid met sterren. Ons gesprek stokte al een tijdje en wij lagen beiden op onze rug stil naar boven te kijken. Plots draaide zij zich naar mij toe, en gaf me een kusje op mijn wang, ‘Ik krijg altijd zo een warm gevoel wanneer ik hier bij jou ben’ zei zij zachtjes. Ik voelde dat ik langzaam rood werd en het bloed naar mijn hoofd steeg. ‘Ik ook’ antwoordde ik en draaide mijn hoofd naar haar toe en verzonk in haar ogen. ‘Willen wij ons kussen’ hoorde ik bedeesd. ‘ik heb nog nooit echt iemand gekust’ was mijn reactie. ‘O, maar dat is eenvoudig. Gewoon onze lippen op elkaar’ zei ze. En draaide haar gezichtje helemaal boven het mijne. Voorzichtig en tergend traag naderden onze monden elkaar. De spanning was om te snijden. Eindelijk vonden haar lippen, die zacht en warm waren, de mijne en voelde ik haar tong duwend tegen mijn lippen die ik opende. Een onbeschrijfelijk warm gevoel overviel mij en ik liet mijn tong met de hare in onze monden dansen, trok haar helemaal tegen mij aan. Maar daardoor raakte ik met een hand – bewust of onbewust – haar rechter borst die ik doorheen haar truitje duidelijk voelde. En als vanzelf begon ik haar daar te strelen terwijl wij nog altijd kussend verbonden waren. Mijn hele lijf gloeide helemaal.
Langzaam raakten wij buiten adem en onze lippen weken van elkaar. Ik hoorde haar en mijzelf lichtjes hijgen. ‘O’, zei ze verschrikt, en duwde mijn hand weg van haar borst ‘Ik hoop dat ik nu geen kindje krijg want ik heb al mijn maandstonden. ‘Meen je dat nou?’ Ik schrok me een hoedje. Wist ik veel. Voorlichting was in die tijd een onbekend iets en werd gehaald uit boekjes en uit de meestal gefantaseerde verhalen onder elkaar. En ondanks dat ik voorheen op een boerderij had geleefd en gezien hoe een stier een koe dekte, had ik er eigenlijk nooit bij stil gestaan hoe dat bij mensen was en hoe kindjes gemaakt werden.
‘Volgende week dien ik dat ik mijn volgende periode te krijgen’ hoorde ik haar zeggen. Ik kon alleen maar zwijgen.
Het werden toen voor ons zes afschuwelijke wachtende dagen. Maar uiteindelijk kwam alles goed. En dat kon ook niet anders. Want wie geraakt er nu in verwachting door een kus. Alleen, dát wisten wij toen nog niet.
*********************
sunset 28-10-2019


verstopt achter hout

in mijn hart valt de regen
in het gemoed uit staal van de sporen
en moeder altijd erbij
in haar kooi als een urne
zoekt het venster verlangens
en zijn vorm smart
migreert van de kelder naar boven
van hemel naar moederschoot

het lachen van kinderen
drijft scheuren in de lak
en slakken kauwen aan de maan
glijden langs podia
waar ik eeuwen wacht
nagels in hamer en zagen slijp
verstopt achter het hout
van levensbomen

terug is een plaats
die nooit heeft bestaan
*********************
sunset 28-10-2019

neem mij mee in je bedstee
en benat mij
want van waar de wind waait
valt niet te zeggen
in deze wonderbaarlijke stilte

maar wanneer de zon niet voldoende is
droog ik ons met mijn adem
en mijn storm raast door je haar
*********************
sunset 29-10-2019


ik verzamel ons

[op papier
ben ik adem,
zucht in gaten
het ontbrekende]

ik zie hier
meer van dat wat is
zee en stof
en werp van daaruit
mijn lijnen

blijf dichter
en in het nu
ben ik,
vind vaste bodem

verbind dekens
en schuif licht
in elkaar
tot het donker genoeg is
voor stilte en rust

ik verzamel ons
tussen boorden en kanten
verzamel ons

tot het dromen ophoudt
*********************
sunset 29-10-2019


Frau Merkel, bondskanselier

als zware last
ligt vermoeidheid over haar leven
al het lichtvoetige is weg
door haviken in vlucht gevreten

een verouderd lijf en wat gewicht
ontneemt haar alle lucht
en straks ook nog haar naam

het door haar opgeëist geluk
ligt haar zwaar op de maag
zoals haar lachen
bevroren in ’t gezicht
*********************
sunset 29-10-2019


maar meer nog voor jou

laat mij binnen
in jouw gesloten hart
doe het licht uit
zó dat het pikkedonker wordt
en vertel me iets

begin, als het gaat
op het einde van je relaas
en vertel me van je graf
alsof ik jouw minnaar ben
iemand die je eeuwig kunt lieven

probeer je voor te stellen dat wij
door geen enkele macht
uit elkaar te houden zijn
een nooit te scheiden paar
en ik die trouwe luisteraar
naar al datgene
wat diep in jou
verborgen blijft

en open jezelf
voor mij

maar meer nog voor jou
*********************
sunset 30-10-2019


een immer her - denken

niet de roes van hoogtes of laagtes
plaatst jou scheef
horizontaal en verticaal is het jou gebeente
die jou kadert in het landschap van bloesems
en plukrijpe druiven

wind steekt op
en je zicht wint aan diepte
waar jouw voorhoofd rimpels trekt
lengtegraden
gemeten aan je tranen
die stenen raken en openen

daar, een tasten naar poreuze kusten
waar alles hand is en echo
en in het wenden
groeit de zwaartekracht
laat je het luisteren
nooit verzanden

stenen zwijgen
wanneer wij in samenspraak
lettergrepen uitbreken
die zich weigeren
op te vliegen uit je schoot
wijl jij voren werpt op de akkers

elk jaar vouw ik
mijn handen als een kastanje
en luister naar het afnemen
van mijn leven
- sterven is geen eindpunt meer
maar meer nog een over-leven

mijn armen wiegen niet
wat niet in die van jou ligt
*********************
sunset 30-10-2019